Les schrijfvaardigheid hoofdgedachte + tekstdoel

Welkom!
Nederlands, 11 oktober
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands, 11 oktober

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Schrijven:
Hoofdgedachte + tekstdoel

Slide 2 - Slide

Vorige week:
hoofdgedachte + tekstdoel van een tekst

Slide 3 - Slide

Hoe zat dat ook alweer?
Wat is een hoofdgedachte?
Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 4 - Slide

De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin!

Het is dus niet de titel

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen
Informeren                                             (nieuwsbericht)
Instrueren                              (instructie, handleiding)
Overtuigen/betogen                                          (betoog)
Overhalen/activeren                                         (reclame)
Opiniëren/beschouwen                              (opiniestuk)
Amuseren                                                                (verhaal)

Slide 6 - Slide

Hoe schrijf jij een tekst?
1. Wat doe je voordat je begint met schrijven?
2. Waar let je op tijdens het schrijven?
3. Wat doe je als je klaar bent met schrijven?

Slide 7 - Slide

Voor het schrijven:
- Bedenk goed wat je wilt gaan vertellen.
- Bedenk wat je in elke alinea wilt zetten.

Slide 8 - Slide

Tijdens het schrijven:
Let op de volgende punten
Tekst (vertel ik alles wat ik wil vertellen?)
Zinnen (goed geformuleerd, niet te lang, niet te kort)
Woorden ( spelling van de woorden, geschikte woordkeuze?)
Interpunctie (hoofdletters, punten, komma’s, enz)

Slide 9 - Slide

Na het schrijven:
Kijk de tekst nog eens goed door.
Laat eventueel de tekst door iemand anders lezen.

Slide 10 - Slide

Nu: schrijfopdracht 2
Ga er nu mee aan de slag, niet met iets anders!

Als je klaar bent en de opdracht hebt ingeleverd, kun je wel met een ander vak bezig.

Slide 11 - Slide

Schrijfopdracht
Maak een tekst op basis van een tekstdoel + hoofdgedachte
Gebruik minimaal 250 woorden, maximaal 350.

Wees creatief!
Als het nodig is, mag je de hoofdgedachte iets aanpassen.
De opdracht lever je voor vrijdag in via Teams

Slide 12 - Slide