H1 - Cours 14 - avoir,être & personnage & lidwoord meervoud

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk 
(Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten
  • ... kan ik beschrijvingen van uiterlijk herkennen

timer
1:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk 
(Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten
  • ... kan ik beschrijvingen van uiterlijk herkennen

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Planning
  • Grammaire: lidwoorden (meervoud)
  • Avoir & être [5 min]
  • Description des personnes
Les devoirs - het huiswerk
  • Préparer le SO

Slide 2 - Slide

Le planning
Semaine 45 - di: SO-5% (Unité 1) / do: Unité 2 (app. 3)
Semaine 46 - di: Unité 2 (app. 1+2) / do: D-toets
Semaine 47 - Toetsweek > Repetitie Unité 1 + 2 (app. 1-3)
Les devoirs - het huiswerk
  • Préparer le SO

Slide 3 - Slide

Lidwoorden staan voor...
A
een meewerkend voorwerp
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
een lijdend voorwerp
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 4 - Quiz

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) | Unité 2 - app.3 (p.93)
De jongen - le garçon
Een jongen - un garçon
De jongens - les garçons
Jongens - des garçons
Het meisje - la fille
Een meisje - une fille
De meisjes - les filles
Meisjes - des filles

Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 5 - Drag question

Welke lidwoorden zijn meervoud?
A
le / un
B
la / une
C
les / des
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Welke lidwoorden zijn vrouwelijk?
A
le / un
B
la / une
C
les / des
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quiz

Huizen
A
les maisons
B
les maison
C
des maison
D
des maisons

Slide 8 - Quiz

Vertaal:

De mobieltjes
A
les portables
B
des portable
C
portables
D
des portables

Slide 9 - Quiz

J'ai .......... cheveux bouclés.
A
les
B
des
C
le

Slide 10 - Quiz

Avoir  & être
  • Ik heb tassen
  • Zij zijn meisjes
  • Hij heeft de auto's
  • Zij hebben de zussen 

Slide 11 - Slide

Welke beschrijving hoor je?
A
B
C

Slide 12 - Quiz

Corriger: décrire une personne
  • Verbeter in duo's je verhaaltje. Let hierbij op:
  1. gebruik simpele zinnen die je zelf kunt maken
  2. staat overal een: onderwerp - persoonsvorm - lijdend voorwerp
  3. zijn de werkwoorden 'avoir' & 'être' goed gebruikt ?
  4. zijn de juiste persoonlijk voornaamwoorden gebruikt? (je, tu, il etc.)

Klaar?
Bereid je voor op de SO! [Unité 1: apprendre1,2,3,4,5,6]

Slide 13 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ....

... kan ik zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten
... kan ik beschrijvingen van uiterlijk herkennen

Slide 14 - Slide



Geen internet/telefoon?
> Doe actief mee met buurman/buurvrouw

Slide 15 - Slide