Vaktheorie Horeca H3

Je weet meer over het ontvangen, controleren en opslaan van grondstoffen en goederen. Je weet meer over het aanvullen van voorraden en mastiek maken.
Terugblik
1 / 24
next
Slide 1: Slide
vaktheorieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Je weet meer over het ontvangen, controleren en opslaan van grondstoffen en goederen. Je weet meer over het aanvullen van voorraden en mastiek maken.
Terugblik

Slide 1 - Slide

Wat zijn non-foodartikelen?
A
groente en fruit
B
koffie en thee
C
schoonmaakartikelen
D
snacks en salades

Slide 2 - Quiz

Miriam werkt in een supermarkt. Er is net een lading groente en fruit geleverd en Miriam wil controleren of het fruit vers is. Welke controle moet Miriam uitvoeren?
A
100% controle
B
kwantitatieve controle
C
kwalitatieve controle
D
steekproef

Slide 3 - Quiz

Stel je controleert een binnengekomen levering. Wat moet je doen als de verpakking van een product stuk is?
A
Het product mee terug geven aan de leverancier
B
Het product meteen bereiden
C
Het product meteen weggooien
D
Het product normaal gebruiken

Slide 4 - Quiz

In het magazijn staan 10 kratten die verplaatst moeten worden.
A
Steekwagen
B
Rolcontainer
C
Laadkar

Slide 5 - Quiz

Welke temperatuur heeft een koeling?
A
tussen de 2 en 6 graden
B
tussen de 10 en 20 graden
C
tussen de 20 en 23 graden
D
tussen de -18 en -10 graden

Slide 6 - Quiz

Welk product moet je als eerste opslaan?
A
gepelde tomaten in blik
B
vacuüm verpakt gerookt spek
C
diepvries gamba's
D
zak aardappels

Slide 7 - Quiz

Wat moet je met een product doen als de THT-datum verstreken is?
A
direct weggooien
B
goed verhitten
C
gelijk invriezen
D
nog dezelfde dag opeten

Slide 8 - Quiz

Kelly werkt in een restaurant.
Ze vult de werkvoorraad aan.
Bekijk de minimale
werkvoorraad en wat er in de koeling staat.
Hoeveel stuks appelsap moet Kelly aanvullen?
A
3
B
5
C
9
D
12

Slide 9 - Quiz

Welk begrip geven onderstaande afbeeldingen weer?
A
dagvoorraad aanvullen
B
mastiek maken
C
mise-en-place
D
werkvoorraad aanvullen

Slide 10 - Quiz

Leerdoel: 
Je weet meer over aardappelen, groenten, fruit, kruiden, zuivel, kaas, deegwaren, vlees, vis, allergenen

Slide 11 - Slide

Aardappelen

Slide 12 - Slide

Groenten

Slide 13 - Slide

Fruit

Slide 14 - Slide

Kruiden

Slide 15 - Slide

Zuivel

Slide 16 - Slide

Kaas

Slide 17 - Slide

Deegwaren

Slide 18 - Slide

Kruiden en specerijen
Kruiden = verse of gedroogde groene delen van een plant
Specerijen = gedroogde delen van aromatische planten die voornamelijk in tropische gebieden groeien

Slide 19 - Slide

Vlees

Slide 20 - Slide

Vis

Slide 21 - Slide

Allergenen

Slide 22 - Slide

Leerdoel: 
Je weet meer over aardappelen, groenten, fruit, kruiden, zuivel, kaas, deegwaren, vlees, vis, allergenen

Slide 23 - Slide

Aan de slag! 
Maken opdr. 
3.02 - 3.03 - 3.05 - 3.06 - 3.08 - 3.10 - 3.11 - 3.12
3.14 - 3.16 - 3.20 - 3.21 - 3.22 - 3.23 - 3.24 - 3.25
3.28 - 3.30 - 3.31 - 3.33 - 3.35 - 3.36

Slide 24 - Slide