3Hb week 22

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Martes, 30 de Mayo de 2023
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Martes, 30 de Mayo de 2023

Slide 1 - Slide

Las reglas de salón de clases/ Huisregels
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
  2. Geen mobieltjes in de klas.
  3. Als ik praat, zijn jullie stil.
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen.
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
VWO
1. Capítulo 4: Sano como una manzana.
Bron I - Pretérito indefinido y verbos irregulares.
Bron J - Frases claves







.


HAVO (leerlingen):
Mi libro Español 2 -
Inleveren - Juni 6





.


Slide 3 - Slide

Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
- … de verleden tijd in het Spaans met de onregelmatige werkwoorden: Estar, ser, tener, hacer gebruiken.
-...vragen over de verleden tijd stellen.

Slide 4 - Slide

¿Cómo estás hoy?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Wat heb ik vorige week geleerd?

Slide 6 - Mind map

Bilbao se encuentra en:
A
El país Vasco
B
Cataluña
C
Andalucía
D
Zaragoza

Slide 7 - Quiz

En Bilbao se hablan dos idiomas: ___________, ___________.
A
Español y Holandés
B
Español y Francés
C
Español y Euskera
D
Español y Portugués

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

¿Cuáles son las reglas de los verbos irregulares en el pasado?

Slide 10 - Mind map

Gramática - Pretérito Indefinido

Slide 11 - Slide

Los verbos irregulares del pretérito indefinido
Onregelmatige ww indefinido
Hay cuatros verbos que vamos a aprender: 
LET OP! --> Ser, ir, estar, tener y hacer

Slide 12 - Slide

#Fluisteren
Maak de opdracht
Ejercicio 28 (b, c)
Ejercicio 29 (c)




timer
5:00

Slide 13 - Slide

Escribe 2 frases con un verbo irregular del pretérito indefinido.
Schrijf twee zinnen in de verleden tijd ( gebruik de onregelmatige werkwoorden geleerd )

Por ejemplo: La semana pasada fui al hospital.
timer
3:00

Slide 14 - Open question

Frases clave J
Vamos a leer juntos!

Slide 15 - Slide

FRASES CLAVES
¿Qué pasó?
¿Por qué fuiste al hospital?
¿Cuántos días tienes que quedarte?
¿Qué hiciste después?
Hoeveel dagen moet je blijven?
Waarom ging je naar het ziekenhuis?
Wat deed jij daarna?
Wat is er gebeurd?

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Link

Leerdoel
Ik weet hoe ik de onregelmatige werkwoorden (ser, estar, ir, tener) in de verleden tijd moet gebruiken.
Más o menos
No
Quiero otra clase

Slide 18 - Poll

TAREA EN CASA (HUISWERK)
Opdracht 29 (a,b)

Slide 19 - Slide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 20 - Slide