This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Prueba - Examen
timer
20:00
Slide 1 - Slide
Which activities do you find most helpful in using the target language (Spanish) during our lessons? (Select all that apply)?
a. Role-plays and simulations
b. Conversations with classmates
c. Oral presentations and speeches
d. Debate and discussion activities
e. Interview-style activities
f. Group conversations and discussions
g. Storytelling and narrating events
h. Problem-solving and decision-making exercises
i. Other (please specify) _______
Slide 2 - Poll
forms.gle
Slide 3 - Link
forms.gle
Slide 4 - Link
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Martes, 30 de Mayo de 2023
Slide 5 - Slide
Las reglas de salón de clases/Huisregels
Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
Geen mobieltjes in de klas.
Als ik praat, zijn jullie stil.
Steek je hand op als je iets wilt zeggen.
Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.
Slide 6 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
(Wat gaan wij vandaag doen?)
GEKOZEN VAK
1. Capítulo 4: Sano como una manzana.
Bron I - Pretérito indefinido y verbos irregulares.
Bron J - Frases claves
.
NBA (leerlingen):
Mi libro Español 2 -
Inleveren - Juni 6
.
Slide 7 - Slide
Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
- … de verleden tijd in het Spaans met de onregelmatige werkwoorden: Estar, ser, tener, hacer gebruiken.
-...vragen over de verleden tijd stellen.
Slide 8 - Slide
¿Cómo estás?
😒🙁😐🙂😃
Slide 9 - Poll
Wat heb ik vorige week geleerd?
Slide 10 - Mind map
Bilbao se encuentra en:
A
El país Vasco
B
Cataluña
C
Andalucía
D
Zaragoza
Slide 11 - Quiz
En Bilbao se hablan dos idiomas: ___________, ___________.
A
Español y Holandés
B
Español y Francés
C
Español y Euskera
D
Español y Portugués
Slide 12 - Quiz
Gramática - Pretérito Indefinido
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Los verbos irregulares del pretérito indefinido
Onregelmatige ww indefinido
Hay cuatros verbos que vamos a aprender:
LET OP! --> Ser, ir, estar, tener y hacer
Slide 15 - Slide
#Fluisteren
Maak de opdracht
Ejercicio 28 (b, c)
Ejercicio 29 (c)
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Escribe 2 frases con un verbo irregular del pretérito indefinido. Schrijf twee zinnen in de verleden tijd ( gebruik de onregelmatige werkwoorden geleerd )
Por ejemplo: La semana pasada fui al hospital.
timer
3:00
Slide 17 - Open question
Frases clave J
Vamos a leer juntos!
Slide 18 - Slide
FRASES CLAVES
¿Qué pasó?
¿Por qué fuiste al hospital?
¿Cuántos días tienes que quedarte?
¿Qué hiciste después?
Hoeveel dagen moet je blijven?
Waarom ging je naar het ziekenhuis?
Wat deed jij daarna?
Wat is er gebeurd?
Slide 19 - Drag question
nearpod.com
Slide 20 - Link
TAREA EN CASA (HUISWERK)
Opdracht 29 (a,b)
Slide 21 - Slide
Leerdoel Ik weet hoe ik de onregelmatige werkwoorden (ser, estar, ir, tener) in de verleden tijd moet gebruiken.