fictie/non-fictie; realistisch,niet-realistisch; hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling; perspectief (ik-/ personaal/ meervoudig personaal / *alwetend of auctoriaal; vertelde tijd, verteltijd, tijdsprong, flashback, flashforward, historische tijd, versnelling, vertraging, chronologisch, opbouw van de roman; ruimte, sfeer; *parallellie, contrast, spanning, open plekken, thema, thematisch genre, genres naar vorm