7 en 9 mrt. 23 herhaling lit.begr. en hh woordsoorten

T G 2 D
7 mrt  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T G 2 D
7 mrt  

Slide 1 - Slide

Programma deze week

  1. Boek Erna Sassen Zonder Titel: recensies lezen
  2. Grammatica: woordsoorten herhalen
  3. Laatste vragen voor toets in TEA3
  4. Toets TEA 2 bekijken op spelling en formuleren


Slide 2 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week ken je de woordsoorten (weer).

  • Ook heb je geoefend met leesvaardigheid door het lezen van recensies over Zonder Titel.
  • Je laatste vragen over Zonder Titel zijn beantwoord.
  • Je weet waarop je moet letten met spelling en formuleren.



 

Slide 3 - Slide

Belangrijke mededelingen
  • Leesboek mee naar de toetsweek
  • Poezierevue: 





 

Slide 4 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week ken je de woordsoorten (weer).

  • Ook heb je geoefend met leesvaardigheid door het lezen van recensies over Zonder Titel.
  • Je laatste vragen over Zonder Titel zijn beantwoord.
  • Je weet waarop je moet letten met spelling en formuleren.



 

Slide 5 - Slide

Huiswerk
Deze week kies je een nieuw leesboek (van een Nederlandstalige auteur, minimaal niveau 2). Je neemt dit mee naar deze les.

Slide 6 - Slide

Welke vragen heb je over de toets van TEA3?



Let op: aftrek voor spelling en interpunctie

Slide 7 - Slide

Inkijken toets TEA2
wat leer je hiervan?

Slide 8 - Slide

Grammatica woordsoorten

Slide 9 - Slide

Welke woordsoorten moet je kennen?
  • lidwoord (lw), zelfstandig naamwoord (zn), bijvoeglijk naamwoord (bn), stoffelijk bn (st.bn)
  • werkwoord: zelfstandig (zww) en hulpwerkwoord (hww)
  • persoonlijk voornaamwoord (pers.vn) en bezittelijk voornaamwoord (bez.vn)
  • voorzetsel (vz) en voegwoord (vg)

Slide 10 - Slide

Wisbordje: welke ken je onvoldoende?
  • lidwoord (lw), zelfstandig naamwoord (zn), bijvoeglijk naamwoord (bn), stoffelijk bn (st.bn)
  • werkwoord: zelfstandig (zww) en hulpwerkwoord (hww)
  • persoonlijk voornaamwoord (pers.vn) en bezittelijk voornaamwoord (bez.vn)
  • voorzetsel (vz) en voegwoord (vg)

Slide 11 - Slide

Uitleg woordsoorten

Slide 12 - Slide

Toetsje grammatica woordsoorten 
formatief

Slide 13 - Slide

Wat heb je geleerd in 
deze les?

Slide 14 - Slide

T G 2 D
9 maart

Slide 15 - Slide

Leerdoel deze week
  • Aan het eind van deze week ken je de woordsoorten (weer).

  • Ook heb je geoefend met leesvaardigheid door het lezen van recensies over Zonder Titel.
  • Je laatste vragen over Zonder Titel zijn beantwoord.
  • Je weet waarop je moet letten met spelling en formuleren.



 

Slide 16 - Slide

Programma vandaag
  1.  Lezen in je leesboek
  2. Leesvaardigheid: Recensie Zonder Titel lezen
  3. Toetsje woordsoorten inkijken


Slide 17 - Slide

Huiswerk
Leesboek mee

Dit leesboek neem je ook mee naar alle toetsen van de toetsweek! 
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Grammatica woordsoorten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Ga naar de toets van LessonUp

Score minder dan 7? extra oefenen! 

Slide 22 - Slide

Benoem dikgedrukte woorden
  • Ik ga mijn fiets repareren, want hij is stuk
  • ...
  • ik: pers.vn / ga: hww /  mijn: bez.vnw / fiets: zn 
  • repareren: zww / want: vw / hij: pers.vnw / is: zww / stuk: bn

Slide 23 - Slide

Literaire begrippen
fictie/non-fictie; realistisch,niet-realistisch; hoofdpersonen, bijfiguren, karakterontwikkeling; perspectief (ik-/ personaal/ meervoudig personaal / *alwetend of auctoriaal; vertelde tijd, verteltijd, tijdsprong, flashback, flashforward, historische tijd, versnelling, vertraging, chronologisch, opbouw van de roman; ruimte, sfeer; *parallellie, contrast, spanning, open plekken, thema, thematisch genre, genres naar vorm

Slide 24 - Slide

Recensies lezen

Slide 25 - Slide

Wat heb je geleerd in 
deze les?

Slide 26 - Slide