Much/Many - Little/Few

Much en many-little en few
veel en weinig
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Much en many-little en few
veel en weinig

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?
  • Grammar uitleggen
  • filmpje met uitleg kijken
  • oefenen.

Slide 2 - Slide

Kan je deze dingen tellen?

Slide 3 - Slide

schrijf op wat je kunt tellen

Slide 4 - Open question

MUCH & MANY
Much & Mana: Beide betekenen "veel"

Much: gebruiken we bij dingen die je niet kan tellen.
Zoals: love, money, food.
Bijvoorbeeld: We did not spend much time on his work.

Many: gebruik je voor dingen die je wel kunt tellen.
bijvoorbeeld: They always visit too many museums.

Slide 5 - Slide

Als je het kan tellen, gebruik dan "MANY"
Kan je het niet tellen, gebruik dan "MUCH"

Slide 6 - Slide

Little & Few 
  • Little en few gebruik je om te zeggen dat er WEINIG van iets is. 

  • Little -> woorden die je NIET kunt tellen. 
  • little room, a little more information

  • Few -> bij woorden die je WEL kunt tellen. 
  • few boys, a few options

Slide 7 - Slide

Much or many? people
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Link

......... water
A
much
B
many
C
little
D
few

Slide 11 - Quiz

..................... idiots
A
many
B
much
C
few
D
little

Slide 12 - Quiz

............. energy
A
little
B
few

Slide 13 - Quiz

snap je much en many?
A
yes
B
no
C
een bietje

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Link

snap je little en few?
A
yes
B
no
C
een bietje

Slide 16 - Quiz