Afsluitende les cellen aan de basis

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afsluitende les cellen aan de basis

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • In groepjes werken aan de opdrachten 
  • Evaluatie leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van cellen en van bacteriën en schimmels benoemen en de functies ervan beschrijven.
  • Je kunt de schadelijke eigenschappen van bacteriën, schimmels en virussen benoemen.
  • Je kunt uitleggen welke nuttige toepassingen sommige bacteriën, schimmels en virussen kunnen hebben.

Slide 4 - Slide

Bacteriën en schimmels
Bacteriën en schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn.
Voeden zich met dode resten van organismen.


Slide 5 - Slide

Bacteriën
- Bacteriën: zijn ééncellige micro-organismen.

- Bacteriën hebben een celwand.

Wat hebben bacteriën niet?

Slide 6 - Slide

Nuttige bacteriën

Slide 7 - Slide

Antibiotica
Een bacteriële infectie bestrijd je met antibiotica.

Wist je dat penicilline van een schimmel wordt gemaakt?
super nuttig!

                                                                                                           

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Voortplanting bacteriën  =  deling
Tijdstip                Aantal                                 Schematisch
0 minuten                  = 1 bacterie
20 minuten       1x2 = 2 bacteriën
40 minuten      2x2 = 4 bacteriën
60 minuten     4x2 = 8 bacteriën
80 minuten     8x2 = 16 bacteriën
100 minuten  16x2 = 32 bacteriën

Slide 10 - Slide

virus geen organisme

Slide 11 - Slide

Voortplanting bij virussen
Een gastheercel kopieert de virussen.

Slide 12 - Slide

Vaccinatie:

Slide 13 - Slide

Nieuwe virussen
  • Mutaties, gebeurt continu. Sommige mutaties zijn gunstig voor het virus, deze worden doorgegeven.
  • Combinatie DNA van twee of meer virussen 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Verschillende schimmels
- Eencellig of meercellig (uit schimmeldraden)


       Gisten                      Paddenstoelen     Schimmeldraden                

Slide 16 - Slide

Schadelijke bacteriën en schimmels
• Zwemmerseczeem is een voorbeeld van een schimmelinfectie. 

Schimmelinfecties kun je behandelen met antimycotica. 


Slide 17 - Slide

Nuttige schimmels 

Slide 18 - Slide

Bacteriën
Schimmels
Virussen
celkenmerken
celwand
celwand, celkern
eiwit omhulsel
voortplanting
celdeling
knopvorming, sporen
door de gastheercel
bestrijding
antibiotica
antimycotica
vaccin

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
groepje 1 en 2 microscopie
groepje 3 en 4 werkboekje
groepje 5 en 6 werkboekje

Na 10 minuten wisselen


Klaar?
Leren alle leerdoelen van les 1 t/m 5
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zoek op
Wat  een levensgemeenschap is.

Wat ecosysteem is.

Slide 22 - Slide

Kan je nu
  • de delen van cellen en van bacteriën en schimmels benoemen en de functies ervan beschrijven?

  • de schadelijke eigenschappen van bacteriën, schimmels en virussen benoemen?

  • uitleggen welke nuttige toepassingen sommige bacteriën, schimmels en virussen kunnen hebben?

Slide 23 - Slide

Wat is de functie van het celmembraan?
A
Het geeft stevigheid aan de cel
B
Het regelt alles wat er in de cel gebeurt
C
Het speelt een rol bij fotosynthese
D
Het speelt een rol bij de opname en afgifte van stoffen

Slide 24 - Quiz

Welk nr. is het golgi apparaat en wat doet die?
A
nr 8: het verpakt en bewerkt eiwitten
B
nr 6: het verpakt en bewerkt eiwitten
C
nr 8: het maakt eiwitten
D
nr 6: het maakt eiwitten

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding staat een witte bloedcel die een bacterie opneemt.
Is het opnemen ervan endocytose of exocytose?
A
Endocytose
B
Exocytose

Slide 26 - Quiz

In afbeelding 1 zijn vier plaatsen aangegeven met een letter.
In afbeelding 2 zie je een dwarsdoorsnede van de romp.
Op welke plaats is deze dwarsdoorsnede gemaakt?

A
Lijn A
B
Lijn B
C
Lijn C
D
Lijn D

Slide 27 - Quiz

Wat is uit deze 4 opties het hoogste organisatie niveau?
A
Orgaan
B
Molecuul
C
Organel
D
Weefsel

Slide 28 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
Een bepaald gebied, zoals de woestijn waarin organismen leven.
B
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
C
De manier waarop het oerwoud koolstofdioxide omzet in zuurstof.
D
Het effect van het broeikaseffect op planten en de dieren in een bepaald gebied.

Slide 29 - Quiz

Het afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen buiten de cel te transporteren noem je
A
Exocytose
B
Secretie
C
Endocytose
D
Lysosomen

Slide 30 - Quiz

Waarom kan je tegen een virus geen medicijnen nemen dat je geneest van het virus?
A
Virus is te klein.
B
Virus is geen organisme.
C
Virussen zijn met te veel.
D
Virus heeft een complexe bouw.

Slide 31 - Quiz

Zet de organellen in de juiste volgorde van eiwitsynthese
A
Ribosoom - Celkern - Golgi - RER
B
RER - Golgi - Vacuole - Celkern
C
Celkern- Golgi - RER - Ribosoom
D
Celkern - Ribosoom - RER - Golgi

Slide 32 - Quiz

Plantencel
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

8. Welk organisatieniveau is dit?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 34 - Quiz

Wat is de functie van
een ribosoom?
A
het maken van eiwitten
B
het vervoeren van eiwitten
C
het afbreken van eiwitten
D
uiteindelijke vorm geven aan eiwitten

Slide 35 - Quiz


Bacteriën hebben ...
A
Celkern, celwand & celmembraan
B
Vacuole, celwand & bladgroenkorrels
C
Celkern & celwand
D
Celwand & celmembraan

Slide 36 - Quiz

In een plantencel komen de volgende onderdelen voor. Welke daarvan kunnen voor een rode kleur zorgen?
1. Chloroplasten
2. Leukoplasten
3. Chromoplasten
4. Vacuole
A
Alleen onderdeel 3
B
Alleen onderdeel 1 en 3
C
Alleen onderdeel 4
D
Alleen onderdeel 3 en 4

Slide 37 - Quiz