Oefenen woordenschat H1 en H2

Welkom klas 2
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Chromebook op tafel
Stap 3: Beantwoord de volgende vraag uit het nieuws: Welk nieuws uit het buitenland is hier vastgelegd?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom klas 2
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Chromebook op tafel
Stap 3: Beantwoord de volgende vraag uit het nieuws: Welk nieuws uit het buitenland is hier vastgelegd?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan beeldspraak herkennen in een zin.
  • Ik kan een vergelijking herkennen en benoemen in een zin.
  • Ik kan metaforen herkennen in een zin.
  • Ik kan personificaties herkennen in een zin.
  • Ik ken de woordenlijst van H1 en H2 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Nog even dit: Interview
  • Mondelinge overhoring: H1 +H2 tot en met politieke
  • Oefenen woordenschat H1 en H2 

Slide 3 - Slide

Lezen!
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Nog even dit: Inleveren interview
Een aantal leerlingen heeft het interview niet ingeleverd op de afgesproken datum.
Een aantal leerlingen heeft een uitsteldatum.

De rest die dat niet heeft:
- Vrijdag 28 oktober na je laatste les kom je naar lokaal 35 om de opdracht alsnog te maken. Je mag pas weg als je de opdracht hebt inleverd.

Slide 5 - Slide

Oefenen woordenschat
Wat gaan we precies oefenen:
  • Herkennen beeldspraak
  • Herkennen en benoemen vergelijking
  • Herkennen en benoemen metafoor
  • Herkennen en benoemen personificatie
  • Woordenlijst H1 en H2

Slide 6 - Slide

Benoem de beeldspraak uit de zin:
Haar kamer is een zwijnenstal.

Slide 7 - Open question

Wat voor soort beeldspraak is :
Haar kamer is een zwijnenstal
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 8 - Quiz

Noteer de vergelijking uit de zin: Ze trok een wijde jurk aan, blauw als de zomerlucht.

Slide 9 - Open question

Is er sprake van een metafoor, personificatie of een vergelijking?
Wat een klier van een vent is die Peter toch!

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 10 - Quiz

Is het een vergelijking, metafoor of personificatie?
Mijn fietslampje weigerde dienst.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 11 - Quiz

Is het een metafoor, vergelijking of personificatie?
Natasja is net een fladderende vlinder: ze heeft verkering met de een na de ander.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 12 - Quiz

De woordenlijst: Noteer de betekenis van het woord: animo

Slide 13 - Open question

Noteer de betekenis van het woord: de expeditie

Slide 14 - Open question

Welk woord moet op de puntjes staan?
Houd nou toch eens op met die vage ideeën. Ik wil […] voorstellen zien!
A
huidige
B
functionerende
C
concurerende
D
concrete

Slide 15 - Quiz

Welk woord moet op de puntjes:
Als je een woord niet kent, kun je een woordenboek […] .
A
Concurreren
B
Functioneren
C
raadplegen

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het woord: het reliëf?
A
overdenken
B
oude gebouwen
C
verschillende gebergtes
D
ruw oppervlak

Slide 17 - Quiz

Welk spreekwoord wordt hier bedoeld?

Slide 18 - Open question

Welk spreekwoord wordt hier bedoeld
A
Naar de kaart kijken
B
Van de kaart zijn
C
In kaart brengen

Slide 19 - Quiz

Welk (e) spreekwoord/uitdrukking wordt hier bedoeld?
A
Een grote mond hebben
B
Het uiterste van je tong laten zien
C
Je haalt me de woorden uit de mond
D
Het hart op de tong hebben

Slide 20 - Quiz

Wat moet je doen als je moet verkassen?

Slide 21 - Open question

Ik ben genoodzaakt om je een reep chocolade te geven. Wat betekent genoodzaakt?

Slide 22 - Open question

Wat heb je geleerd deze week bij Nederlands?

Slide 23 - Open question

Wat voor vragen heb je nog over Nederlands?

Slide 24 - Open question