Vrijdag 13 januari 2023

Vrijdag 13 januari 2023
08.30 - 09.10 uur inloop 
Lezen in je eigen boek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10- 10.10 uur
Rekenen - meneer Antoon
12.40 - 14.20 uur 
Beeldende Vorming-Kunst
10.10 - 10.30 uur 
Pauze
10.30  - 11.20  uur  
Woordenschat - Thema Vrije tijd
11.20 -11.55 uur
Disk zelfstandig werken thema Vrije tijd
11.55-12.10
Jeugdjournaal kijken  van de ochtend en vertel wat je hoort en ziet
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ANT2+Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vrijdag 13 januari 2023
08.30 - 09.10 uur inloop 
Lezen in je eigen boek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10- 10.10 uur
Rekenen - meneer Antoon
12.40 - 14.20 uur 
Beeldende Vorming-Kunst
10.10 - 10.30 uur 
Pauze
10.30  - 11.20  uur  
Woordenschat - Thema Vrije tijd
11.20 -11.55 uur
Disk zelfstandig werken thema Vrije tijd
11.55-12.10
Jeugdjournaal kijken  van de ochtend en vertel wat je hoort en ziet

Slide 1 - Slide

Inloop
Lezen in je eigen boek
Probeer dit te doen zonder te praten.

Slide 2 - Slide

Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Slide 3 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Vrije Tijd

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 5 - Slide

afknippen
  • ergens een deel van afknippen met een schaar
  • Scheidbaar werkwoord: ik knip af, ik knipte af, ik heb afgeknipt
  • Zin: Het meisje knipt haar haar af met de schaar.
  • Zin: Ik wil dat je dit stukje papier nu afknipt.

Slide 6 - Slide

verdelen
  • iets in meerdere stukken maken;
  • werkwoord: ik verdeel, ik verdeelde, ik heb verdeeld;
  • Zin: Wij verdelen de pizza in 6 gelijke stukken.
  • Zin: Ik heb 16 appels en er zijn 4 leerlingen. Ik verdeel de appels eerlijk over de leerlingen.

Slide 7 - Slide

vervelen
  • niet weten wat je moet doen;
  • werkwoord: ik verveel me, hij verveelt zich, wij vervelen ons;
  • zelfstandig naamwoord: de verveling
  • Zin: De kinderen hebben vrij en zij vervelen zich.
  • Zin: Als er lockdown is verveel ik mij. Er is niets te doen.

Slide 8 - Slide

terecht
  • als ergens een goede reden voor is;
  • als iets waar is;
  • Zin: Het is terecht dat er een lockdown was, want veel mensen hebben corona.
  • Zin: Het is terecht dat hij straf krijgt, want hij was echt brutaal tegen de docent.

Slide 9 - Slide

noodzakelijk
  • iets wat moet gebeuren;
  • iets wat gedaan moet worden;
  • Zin: Het is noodzakelijk dat je goed oplet met de les. Want dan leer je snel de Nederlandse taal;
  • Zin: Het is noodzakelijk dat je goed licht hebt op je fiets. Anders kunnen de mensen jou niet zien in het donker.

Slide 10 - Slide

In welke zin zie je de betekenis van het woord
Verdelen
A
Mijn broertje heeft snoep en hij eet dat snoep alleen op.
B
Mijn zusje heeft 10 euro gevonden en koopt alleen iets voor haar zelf.
C
Ik heb een pizza gekocht en alle stukken zijn voor mij.
D
Mijn moeder heeft taart gebakken en geeft mij en mijn vader een stukje taart.

Slide 11 - Quiz

Welke app op je mobiel vind jij noodzakelijk?

Slide 12 - Open question

Als je je verveelt, dan.......
A
weet je wat je in je vrije tijd moet doen.
B
weet je niet wat je in je vrije tijd moet doen.
C
weet je niet wat je op school moet doen.
D
weet je wat je in het weekend moet doen.

Slide 13 - Quiz

Het is terecht dat je strafwerk krijgt als je te laat op school bent.
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

In welke zin wordt het woord
afknippen
goed geschreven?
A
De kapper knipt af mijn haar.
B
De kapper afknipt mijn haar.
C
De kapper mijn haar knipt af.
D
De kapper knipt mijn haar af.

Slide 15 - Quiz

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 16 - Slide

Als het slecht weer is buiten, ....... ik ..... altijd. Want dan moet ik binnen blijven.

Slide 17 - Open question

Mijn moeder zegt dat het ............ is dat ik extra werk moet maken. Zij zegt dat de docent gelijk heeft.

Slide 18 - Open question

Altijd als wij patat kopen, moeten wij dit onder ons ................ , zodat iedereen iets krijgt.

Slide 19 - Open question

Het is ................ dat je een paraplu meeneemt. Het regent buiten!

Slide 20 - Open question

Mijn kleine broertje heeft zijn haar per ongeluk ............... (voltooid deelwoord)

Slide 21 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
afknippen, noodzakelijk, terecht, verdelen, vervelen


Slide 22 - Slide

Jeugdjournaal 
We kijken en luisteren naar het Jeugdjournaal, tussendoor stelt de docent vragen waar het over gaat.

Slide 23 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Kennismaken

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 24 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide