What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vrijdag 28 januari 2022
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije Tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Vrije Tijd
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
afknippen
ergens een deel van afknippen met een schaar
Scheidbaar werkwoord: ik knip af, ik knipte af, ik heb afgeknipt
Zin
: Het meisje
knipt
haar haar
af
met de schaar.
Zin
: Ik wil dat je dit stukje papier nu
afknipt
.
Slide 2 - Slide
verdelen
iets in meerdere stukken maken;
werkwoord: ik verdeel, ik verdeelde, ik heb verdeeld;
Zin
: Wij verdelen de pizza in 6 gelijke stukken.
Zin
: Ik heb 16 appels en er zijn 4 leerlingen. Ik
verdeel
de appels eerlijk over de leerlingen.
Slide 3 - Slide
vervelen
niet weten wat je moet doen;
werkwoord: ik verveel me, hij verveelt zich, wij vervelen ons;
zelfstandig naamwoord: de verveling
Zin:
De kinderen hebben vrij en
zij vervelen zich.
Zin:
Als er lockdown is
verveel ik mij.
Er is niets te doen.
Slide 4 - Slide
terecht
als ergens een goede reden voor is;
als iets waar is;
Zin
: Het is
terecht
dat er een lockdown was, want veel mensen hebben corona.
Zin
: Het is
terecht
dat hij straf krijgt, want hij was echt brutaal tegen de docent.
Slide 5 - Slide
noodzakelijk
iets wat moet gebeuren;
iets wat gedaan moet worden;
Zin:
Het is
noodzakelijk
dat je goed oplet met de les. Want dan leer je snel de Nederlandse taal;
Zin: Het is
noodzakelijk
dat je goed licht hebt op je fiets. Anders kunnen de mensen jou niet zien in het donker.
Slide 6 - Slide
In welke zin zie je de betekenis van het woord
Verdelen
A
Mijn broertje heeft snoep en hij eet dat snoep alleen op.
B
Mijn zusje heeft 10 euro gevonden en koopt alleen iets voor haar zelf.
C
Ik heb een pizza gekocht en alle stukken zijn voor mij.
D
Mijn moeder heeft taart gebakken en geeft mij en mijn vader een stukje taart.
Slide 7 - Quiz
Welke app op je mobiel vind jij noodzakelijk?
Slide 8 - Open question
Als je je verveelt, dan.......
A
weet je wat je in je vrije tijd moet doen.
B
weet je niet wat je in je vrije tijd moet doen.
C
weet je niet wat je op school moet doen.
D
weet je wat je in het weekend moet doen.
Slide 9 - Quiz
Het is terecht dat je strafwerk krijgt als je te laat op school bent.
Ja
Nee
Slide 10 - Poll
In welke zin wordt het woord
afknippen
goed geschreven?
A
De kapper knipt af mijn haar.
B
De kapper afknipt mijn haar.
C
De kapper mijn haar knipt af.
D
De kapper knipt mijn haar af.
Slide 11 - Quiz
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Slide
Als het slecht weer is buiten, ....... ik ..... altijd. Want dan moet ik binnen blijven.
Slide 13 - Open question
Mijn moeder zegt dat het ............ is dat ik extra werk moet maken. Zij zegt dat de docent gelijk heeft.
Slide 14 - Open question
Altijd als wij patat kopen, moeten wij dit onder ons ................ , zodat iedereen iets krijgt.
Slide 15 - Open question
Het is ................ dat je een paraplu meeneemt. Het regent buiten!
Slide 16 - Open question
Mijn kleine broertje heeft zijn haar per ongeluk ............... (voltooid deelwoord)
Slide 17 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin
met één of meer woorden:
afknippen, noodzakelijk, terecht, verdelen, vervelen
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Vrijdag 13 januari 2023
December 2022
- Lesson with
26 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Zinnen maken_PAARS
September 2023
- Lesson with
28 slides
NT2
Secundair onderwijs
werkwoorden
April 2023
- Lesson with
16 slides
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
wederkerend werkwoord 1
September 2024
- Lesson with
25 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
L13 WERKEN MET DIE WOORDEN
May 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Hebben en zijn
September 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs