This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar hebben jullie het over gehad tijdens thema voortplanting en ontwikkeling
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vier delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de eikel, de urinebuis, de zaadleider en het zwellichaam. Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?
A
eikel
B
urinebuis
C
zaadleider
D
zwellichaam
Slide 6 - Quiz
Vier delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de eikel, de urinebuis, de zaadleider en het zwellichaam.
Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?
A
eikel
B
urinebuis
C
zaadleider
D
zwellichaam
Slide 7 - Quiz
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een gesteriliseerde man schematisch getekend. Is deze man nog instaat nog een orgasme te krijgen?
A
Nee, deze man kan geen orgasme krijgen.
B
Ja, maar bij een orgasme vindt geen lozing van zaadvocht plaats.
C
Ja, maar bij een orgasme bevat het zaadvocht geen zaadcellen.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
In welk van de genummerde delen wordt de eicel vervoert naar de baarmoeder?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Je ziet hier het voortplantingsstelsel van een vrouw. Welk orgaan geeft de letter p weer
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Follikel
D
Eierstok
Slide 13 - Quiz
Noem 3 voortplantingsorganen die je van de vrouw die je vanaf de buitenkant kunt zien
Slide 14 - Mind map
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Hoe lang duurt een menstruatie meestal?
A
1 tot 2 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
5 tot 7 dagen
Slide 17 - Quiz
Op welke dag in de cyclus vindt de eisprong ongeveer plaats ?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
eisprong
eicelrijping
innesteling
celdeling
bevruchting
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Schrijf primaire geslachtskenmerken van mannen en vrouwen op
Slide 23 - Mind map
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Als een baby wordt geboren, noem je dat de bevalling. Een bevalling bestaat uit drie fasen. Welke fasen zijn er? Benoem ze alle drie.