This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H5 Monniken en ridders
5.1 Leenheren en leenmannen
Slide 1 - Slide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Leerdoel
leer je op welke manier Karel het Frankische rijk bestuurde.
leer je hoe politieke verdeeldheid ontstond na Karels dood.
leer je waardoor in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.
Slide 3 - Slide
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 4 - Slide
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Het bestuur van het rijk
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van edelen: mannen met veel aanzien en voorrechten in de samenleving. De edelen samen noemen we de adel.
Een hertog bestuurde een hertogdom en een graaf een graafschap.
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen.
Zij mochten dit namens de koning (leenheer) besturen: zij werden zijn leenmannen. Zij moesten ook militairen leveren voor het leger: ridders.
Slide 8 - Slide
Macht
Trouw
Slide 9 - Slide
Politieke verdeeldheid
Karel was een goede leider en daardoor ging het goed met zijn heerschappij
( = bestuur, regering).
Karel werd opgevolgd door koningen die minder goed leiding gaven. Daardoor veranderden de verhoudingen tussen leenheren en leenmannen.
Hertogen en graven zagen de geleende gebieden steeds meer als hun eigendom. Ze reageerden hun gebied zelfstandig.
Ze zorgden er zelfs voor dat hun heerschappij erfelijk was.
Slide 10 - Slide
Bron 1: Vikingen plunderen Dorestad (Isings, 1927)
blz. 66
Zo zag men de invallen van de Vikingen i op een later tijdstip.
Slide 11 - Slide
Onveiligheid en bescherming
In de 9e en 10e eeuw werd het weer onveilig in Europa door:
1) Invallen Vikingen
2) Politieke verdeeldheid
Door de onveiligheid wilden edelen zichzelf en het volk in hun gebied beschermen. Ze gingen kastelen bouwen.
De eerste kastelen zagen er ongeveer uit zoals hiernaast (Lunteren).
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Wie waren de leenmannen?
A
Ridders
B
Boeren
C
Hertogen
D
Graven
Slide 14 - Quiz
Karel de Grote
Edelen
Ridders
Horigen
Graafschap
Hertogdrom
Slide 15 - Drag question
Wie is wie?
Hieronder staat een tekst over Herbert, Graaf Ulbrecht en Karel de Grote. Wie is wie in de tekst?
is de leenman van Karel de Grote
is de leenheer van graaf Ulbrecht
is de leenheer van Karel de Grote
is de leenman van Herbert
Herbert is een horige. Hij woont en werkt op het land van graaf Ulbrecht. Graaf Ulbrecht bestuurt een deel van het rijk van Karel de Grote.
Karel de Grote
Graaf Ulbrecht
Herbert
niemand
niemand
Slide 16 - Drag question
Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders