What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
tags
Good afternoon!
How are you doing?
I am fine, I am sleepy, I am happy, I am tired.
I am so glad you are here today.
What date is it today? Today is.........
What day is it today? Today is.....
It is a nice day, isn't it?
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Good afternoon!
How are you doing?
I am fine, I am sleepy, I am happy, I am tired.
I am so glad you are here today.
What date is it today? Today is.........
What day is it today? Today is.....
It is a nice day, isn't it?
Slide 1 - Slide
oefenen met tags
Slide 2 - Slide
Tag Questions
Aangeplakte vragen
This is the best lesson,
isn't it?
een korte vraag die je achter een zin plakt.
- daarmee vraag je of iets wat je zegt klopt
- in het Nederlands gebruik je dan: toch? he? Is het niet? of wel?
Het is de beste les, of niet?
Slide 3 - Slide
Tag question
-
Gebruik: Je gebruikt 'tags' om bevestiging te vragen.
Vorm: (hulp)werkwoord + persoonlijk voornaamwoord
Zin bevestigend
(+)
Tag ontkennend
(–)
Zin ontkennend
(–)
Tag bevestigend
(+)
Slide 4 - Slide
Regels tag questions
Als de hoofdzin positief is, dan is de aangeplakte vraag negatief.
You
are
really hungry
,
aren't
you?
The Queen
is
very famous
,
isn't
she?
Slide 5 - Slide
Regels tag questions
Als de hoofdzin negatief is, dan is de aangeplakte vraag positief.
You
aren't
a mean person
, are
you?
She
is not
a morning person
, is
she ?
Slide 6 - Slide
Let op!
als in de hoofdzin een naam staat, dan gebruik je een persoonlijk voornaamwoord in de aangeplakte vraag.
Susan
is your sister, isn't
she
?
Peter and Jane
are not good friends, are
they
?
Slide 7 - Slide
Wat zijn
'tags'
?
'Tags'
zijn korte vraagjes die je aan een zin vastplakt
(Hè? / Niet waar? / Toch?)
.
Gebruik:
Je gebruikt
'tags'
om bevestiging te vragen.
Vorm:
(hulp)werkwoord
+
persoonlijk voornaamwoord
Zin
bevestigend (+)
?
Tag
ontkennend (–)
!
Zin
ontkennend (–)
?
Tag
bevestigend (+)
!
Slide 8 - Slide
Tags:
Stappenplan
(+)
Mister Sebel is amazing.
>
Wat is het (hulp)werkwoord?
>
is
>
Bevestigend of ontkennend?
>
Bevestigend, dus tag moet ontkennend zijn
'
isn't'
>
Wat is het onderwerp?
>
Mister Sebel
>
Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)?
>
Mister Sebel is een man
'he'
>
Tag isn't he?
am,is,are
,
was were,can,could,will, would,must
Slide 9 - Slide
Tags:
Stappenplan
(-)
Peter and Jack couldn't hear you.
>
Wat is het (hulp)werkwoord?(am,is,are,was,were,will,must,can,..)
>
couldn't
>
Bevestigend of ontkennend?
>
Ontkennend, dus tag moet bevestigend zijn
'could'
>
Wat is het onderwerp?
>
Peter and Jack
>
Waar kun je dat mee vervangen (I, you, he, she, it, we, you, they)?
>
Peter en Jack zijn twee personen
'they'
>
Tag could they?
am,is,are,was were,can,could,will, would,must
Slide 10 - Slide
Tags:
Let op
Achter
hulpwerkwoorden
kun je
n't
zetten
Geen
hulpwerkwoord
in de zin? Vorm van
do
!
Mister Sebel works very hard.
works is
geen
hulpwerkwoord
Vorm van
do does
Zin
bevestigend
tag
ontkennend
doesn't
Mister Sebel
he
Tag
doesn't he?
Do, does
did
Slide 11 - Slide
maak jouw eigen zin, volg een Stappenplan+/- hww/do
You are happy,.............?
Tim is happy,..............?
My dog can jump very high,..........................?
My cat can't jump high,...........................?
I am happy, aren't I?
Slide 12 - Slide
Tag questions:
She is very pretty, ......?
A
is she
B
she is
C
isn't she
D
she isn't
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste 'question tag':
He doesn't like ice cream, ......
A
does he?
B
isn't he?
C
likes he?
D
doesn't he?
Slide 14 - Quiz
TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....
A
ook bevestigend (+)
B
ontkennend (-)
Slide 15 - Quiz
TAG QUESTIONS:
Als de zin ontkennend (-) is, dan is de tag question....
A
bevestigend (+)
B
ontkennend (-)
Slide 16 - Quiz
She looks terrible,
A
does she?
B
C
D
doesn't she?
Slide 17 - Quiz
You won't come,
A
won't you?
B
don't you?
C
do you?
D
will you?
Slide 18 - Quiz
She is collecting stickers,
Slide 19 - Open question
You are tired,
A
aren't you?
B
are you?
C
don't you?
D
do you?
Slide 20 - Quiz
We often watch TV in the afternoon,
Slide 21 - Open question
Kies de juiste 'question tag':
We aren't always late, ......
A
are we?
B
aren't we?
C
isn't it?
D
do we?
Slide 22 - Quiz
Kies de juiste 'question tag'?
My friends like eating pizza, ......
A
liken't they?
B
don't my friends?
C
aren't they?
D
don't they?
Slide 23 - Quiz
John is not happy to see his father,
A
is he?
B
isn't he?
Slide 24 - Quiz
I am a fast runner
A
am I?
B
aren't I?
Slide 25 - Quiz
Maak af:
Sarah isn't very sweet,
Slide 26 - Open question
Maak af:
My parents are always talking,
Slide 27 - Open question
He is not in New York this week,
A
is he?
B
isn't he?
Slide 28 - Quiz
Thom is very smart,
A
isn't he?
B
is he?
Slide 29 - Quiz
My mother is always on time,
A
is she?
B
isn't she?
Slide 30 - Quiz
links om te oefenen
tags 1
tags 2
tags 3
Slide 31 - Slide
luister oefening:
1. Woots.nl
2.Inloggen
3. Inloggen met Entree(blauw vakje)
4. Wachten op scholen lijst:
5.Vechtdal College
6. Eigen Magister account
7. Start
8.tl3-Kijk- en luistertoets Engels | 2015/2016 | vmbo kb | audiodeel | digitaal
Als je klaar bent :
Maak opdrachten uit het Boek:
Unit 5 Ex.42p.89
Ex.44 p.90
Ex.45 p.91
Ex.46 p.91
Slide 32 - Slide
https:
Slide 33 - Link
https:
Slide 34 - Link
https:
Slide 35 - Link
Opdrachten uit het WB:
tip: gebruik Vocabulary uit het CB p.96 les. 1
p.86 ex.1a
p.86 ex.2a,b.
p.87 ex.3
p.87 ex.4
p.87 ex.5
Opdrachten uit het CB:
Grammar p.93 3.1 -to read (lezen)
Vocabulary p.96 les. 1- to learn by heart (leren)
Slide 36 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 37 - Slide
persoonlijke voornaamwoorden
Ik-I
Jij/je/u-You
Hij- he
Zij-she
Het-it
Wij-we
Jullie/u-you
Zij -they
bezittelijke voornaamwoorden
mijn- my
jouw/uw- your
zijn- his
haar- her
onze/ons- our
jullie/uw- your
hun-their
Slide 38 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 39 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 40 - Slide
Even snel herhalen!
I
my
mine
you
your
yours
he/she/it
his/her/its
hers/his
we
our
ours
you
your
yours
they
their
theirs
Slide 41 - Slide
WB p.89 ex.7
CB p.93 3.1
Slide 42 - Slide
Aangeplakte vragen gebruik je om bevestiging te vragen.
Bij een aangeplakte vraag in het Engels wordt
het onderwerp en het werkwoord
herhaald
.
Oftewel om wie het gaat en waarover.
Het
onderwerp moet je veranderen naar een persoonlijke voornaamwoord, zoals:
I, he, she, it, we, they en you.
herhaling
Slide 43 - Slide
Hoe maak ik deze?
* Als er een vorm van
to be
in de zin staat –
Are, Is, Was
,
Were
of een
hulpwerkwoord
–
Can, Could, Will, Would, Must
dan
herhaal je die vorm (+/-) in de aangeplakte vraag
-You
are
tired,
aren’t
you?
-Tom
was
doing great,
wasn’t
he?
-You
can
swim,
can't
you?
-Ann
must
go,
mustn't
she?
-Daddy
will
come,
won’t
he?
herhaling
Slide 44 - Slide
Zonder hulpwerkwoord?
gebruik dan "
dummy-
do
"
Bij bijna alle andere werkwoorden in bevestigende zinnen gebruik je de juiste vorm van
to do:
do/don’t, does/ doesn’t of did/didn’t
in de aangeplakte vraag:
She looks terrible,
She looks terrible,
doesn’t sh
e?
She doesn’t look terrible,
She doesn’t look terrible,
does
she?
Tom played the piano yesterday,
Tom played the piano yesterday
, didn't
he?
My parents want to buy a present,
My parents want to buy a present,
don't
they?
My parents don't want to buy a present,
do
they?
herhaling
Slide 45 - Slide
More lessons like this
Question tags
January 2018
- Lesson with
17 slides
11-3
March 2021
- Lesson with
16 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Question tags
January 2018
- Lesson with
17 slides
Question tags
January 2019
- Lesson with
13 slides
eng
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
VB2a - Monday 9 Dec- unit 3.5 question tags
13 days ago
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
TH1f-Wednesday 8 Jan - unit 4.2 Tag questions
February 2023
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
VT2b - Wednesday 24 Jan - unit 3.5 question tags
January 2023
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
VK2b - Monday 9 Dec- unit 3.5 question tags
14 days ago
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2