Verkeer en vervoer

Waar denk jij aan bij
'verkeer en vervoer?
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
TaalBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waar denk jij aan bij
'verkeer en vervoer?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
De tanker
B
De auto
C
Het karretje
D
De aanhanger

Slide 3 - Quiz

Welke is een transportmiddel?
A
Een koffiebeker
B
De auto
C
De step
D
Een appel

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
De hangar
B
De cockpit
C
De zwarte doos
D
De landingsbaan

Slide 6 - Quiz

Wat is de zwarte doos?
A
Een apparaat dat alle technische gegevens van de vlucht opslaat
B
Een hele mooie koffer
C
Een supersonische auto
D
Dat is een doos die gebruikt als je gaat verhuizen

Slide 7 - Quiz

Wat is de hangar?
A
De vleugels van een vliegtuig
B
Een schommel
C
Een fruitsoort
D
Een soort garage voor vliegtuigen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
De incheckbalie
B
De tanker
C
Het luchtruim
D
Het transport

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Welk werkwoord hoort bij de vorige afbeelding?
A
Springen
B
Claxonneren
C
Roepen
D
Sporten

Slide 12 - Quiz

Wat betekent zwenken?
A
Iets uit een hoed toveren
B
Heel erg zeuren
C
Vallen
D
Van richting veranderen

Slide 13 - Quiz

Wat betekent cirkelen?
A
Een rondje tekenen
B
Een beweging in een rondje maken
C
Een kunstje doen in het circus
D
Naar het circus toe gaan

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de versnelling?
A
Iets waarmee je kunt zorgen dat je stopt met fietsen
B
Elastiek waarmee je iets achterop je fiets kan vastmaken
C
Iets waarmee je door te schakelen kunt bepalen hoe hard je rijdt
D
Hoe hoog de zitting van een fiets is

Slide 15 - Quiz

Wat betekent versperren?
A
Ervoor zorgen dat niemand er langs kan
B
Heel ver springen
C
Een plaats waar de weg zich in tweeën verdeelt
D
Over de weg glijden en niet meer goed kunnen sturen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat zag je op de vorige afbeelding?
A
De autospiegel
B
De achteruitkijkspiegel
C
De make-upspiegel
D
De passpiegel

Slide 18 - Quiz