P1b - Nederlands - week 5 - herhaling Spelling

welkom
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

welkom

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vrijdag 5 februari 
P1b - periode 3 - week 5

Wat gaan we doen:

  • Herhaling 1.5, 2.5, 3.5, 4.5 - Spelling
  • Opdrachten maken in deze LessonUp
  • Thuis: oefenen uit het boek Hoofdstuk 5.5 of online
      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions



1. Ga naar Lessonup.com
2. Registreer met je schoolmailadres 
    (....@stanislascollege.net)
3. Klascode P1b:   ktelg


Volg de les mee op LessonUp!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Toetsstof staat in de classroom, zie planner periode 2 

De toets kan je op de toetsdag vinden in de Classroom!
-vrijdag 12 februari ~ 9:00-10:00 uur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Blz. 30 - H. 1.5 
Blz. 73 - H. 2.5 


Herhaling
pv-tt, leestekens, pv-vt

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd


Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Boaz beantwoor... de vraag

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leestekens

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout...

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 13 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 14 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


De komma

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


1) tussen twee persoonsvormen,

2) tussen delen van een opsomming,

3) tussen bijvoeglijke naamwoorden:
     Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.




Een komma hoort:


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Blz. 114 - H. 3.5 
Blz. 156 - H. 4.5 


Herhaling
pv-zwak, vd

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: stam + te / stam + de


In het meervoud: stam + ten / stam + den

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken

- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet zeker weet ('t kofschip x)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dus:

Zij verhuis...
Zij relax...

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

voltooid deelwoord kort samengevat

Een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip x gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De rest van de les:

-beantwoord de vragen vanaf de volgende slide in deze LessonUp. Dus zorg dat je geregistreerd bent in LessonUp! Klascode: ktelg

-maak je planning, begin met leren en oefenen voor de toets

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Jeanine en Michelle ontvangen iedere week de Viva.
_________
A
pv tt
B
vd

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Rob bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.
______
A
pv tt
B
vd

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Karin is naar Zaandam verhuisd.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Mijn vriendin heeft haar kamer alweer veranderd.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Waarom heb jij hem geloofd?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Vul in:
snoepen
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Vul in:
koken
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

De gevallen soldaat werd (herdenken).

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

De invaldocent heeft over het algemeen goed (lesgeven).

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Tinca heeft de vakantiefoto's perfect (afdrukken).

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Jeanine en Michelle ontvangen iedere week de Viva.
_________
A
pv tt
B
vd

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Rob bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.
______
A
pv tt
B
vd

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Leren voor de toets! Oefenen:
-uit het boek: Hoofdstuk 5.5, of
-online: cambiumned.nl, jufmelis.nl, wikiwijs

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Een paar handige filmpjes op de volgende slide over pv-tt en vd

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 43 - Video

This item has no instructions

0

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Einde van de les!

Tot de volgende keer!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions