KDN Les 2 Spieren DAG 1

• KDN
• Primary Education
• Age 11

KDN Les 1 Spieren

Dag 1:

Introductie video

Onderdeel A en B:  blz. 6  &  vragen 1 t/m 4

A. Wat zij spieren eigenlijk? 

Spieren zijn bundels

spiervezels die samen kunnen

trekken.

Afhankelijk van de

plaats waar ze vast zitten,

ontstaat er beweging.

Dat kan een bot zijn, maar ook

in je slokdarm, je maag, je

darmen, je ogen en je hart

zitten spieren.

Je hebt overal in je lijf spieren

Wat zijn spieren?

1. Spieren zijn bundels spiervezels die samen kunnen trekken.
2. Spieren zijn bundels wervels die samen kunnen trekken.

Spieren bewegen afhankelijk van de plaats waar ze vast zitten.
waar of niet waar?

1. waar
2. niet waar

B. Hoe werkt het?

Spieren zijn opgebouwd

uit spiervezels.

Die vezels kunnen in en uit

elkaar schuiven zodat de

spier korter en langer wordt.

Spieren werken pas als ze

een seintje krijgen uit de

hersenen.

De zenuwen

geven dit seintje door aan

de spieren.

Spieren zijn opgebouwd uit spiervezels.
waar of niet waar?

1. niet waar
2. waar

Spiervezels kunnen in en uit elkaar schuiven.
(Vul in:)
Zodat de spier ______ en ______ wordt.

Wanneer werken spieren?

1. Als ze een seintje krijgen uit de hersenen.
2. Als ze een seintje krijgen uit de maag.

Spieren werken pas als ze een seintje krijgen uit je hersenen.

Wie geven het seintje door aan je spieren?

1. De wervelkolom
2. De wervels
3. De zenuwen
4. De botten

Alleen werken (evaluatie):

Maak de oefenvragen 1 t/m 4