oefenexamen 2 4M Duits periode 3 versie 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

oefenexamen 2 Duits

4M periode 3

Viel Erfolg!

Wat is het doel van de tekst?

1. informatie geven
2. mening geven
3. reclame maken

Welk signaalwoord in alinea 1 heeft als functie; REDEN?

1. daher
2. wie
3. kaum
4. und

Wat betekent het signaalwoord “kaum” in alinea 1 en wat is de functie?

1. vooral + voorbeeld
2. vooral + opsomming
3. nauwelijks + reden
4. nauwelijks + hoeveelheid

Wat betekent het signaalwoord in alinea 2?

1. daarom
2. namelijk
3. vooral
4. zelfs

Welke functie heeft het signaalwoord bij alinea 3?

1. Opsomming
2. Reden
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld

kun je de Rasa auto kopen?

1. Ja, bij Rasa-dealers
2. Ja, bij de firma Riversimple
3. Nee, het is en blijft een concept-auto
4. Nee, je kunt hem alleen leasen

Wat is volgens de tekst het grootste probleem bij deze auto?

1. De hoge kostprijs laat zich maar moeilijk terugverdienen
2. Er is maar op weinig plekken brandstof voor verkrijgbaar
3. Hij is te licht gebouwd om er veilig mee te kunnen rijden
4. Hij lijkt erg milieuvriendelijk, maar is dat nauwelijks

De titel van de tekst is figuurlijk bedoeld. Klopt dat?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de functie van het signaalwoord “und” in alinea 1?

1. Doelmiddel
2. Oorzaak
3. Opsomming
4. Voorbeeld

Welke betekenis heeft het  signaalwoord “Trotzdem” in alinea 1?

1. Daarom
2. Helemaal
3. Opdat
4. Toch

In alinea 2 zijn 2 signaalwoorden gemarkeerd. Beide signaalwoorden kun je vertalen met “of”? Klopt dat?

1. Waar
2. Niet waar

Was wird aus dem 1. Absatz deutlich?

1. Menschen sind sich häufig gar nicht bewusst, wie ungesund sie essen.
2. Supermärkte haben ihr Sortiment an Fertigprodukten in den letzten Jahren ständig erweitert.
3. Viele halten die Expertenwarnungen vor Fastfood für übertrieben.

“mehrere Politiker in ganz Europa” (Absatz 2). Welches Ziel hatten sie?

1. Die Zusammenstellung von Lebensmitteln in ganz Europa vereinheitlichen.
2. Kunden besser informeren über die Gesundheitsrisiken von Lebensmitteln.
3. Supermärkte dazu zwingen, ein gesünderes Sortiment anzubieten.
4. Ungesunde Fertigprodukte durch Preiserhöhungen Wenger attractiviteit machen.

Auf welches Problem weist Manon Struck-Pacyna im 3. Absatz?

1. Lebensmittelproduzenten laufen Gefahr, weniger zu verdienen.
2. Mehrere Ampelfarben auf einer Packung macht es für die Kunden zu kompliziert.
3. Nicht auf jedes Produkt muss eine Ampel, die angibt ob es gesund ist oder nicht.
4. Von manchen Produkten ist gar nicht bekannt, wie ungesund ihre Zutaten sind.

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 4?

1. aber
2. außerdem
3. darum

"Gewonnen hat vorerst die Industrie" (Absatz 5). Welche Person(en) aus dem Text vertritt/vertreten die Industrie?

1. "Andreas Winkler'' (Absatz 4)
2. ''Manon Struck-Pacyna'' (Absatz 3)
3. ''mehrere Politiker in ganz Europa'' (Absatz 2)
4. ''Gesundheitsexperten'' (Absatz 1)

Wie äußert sich der Verfasser im 5. Absatz zur Nährwerttabelle?

1. kritisch
2. neutral
3. positiv

Kies de vertaling van het signaalwoord ''denn'' in alinea 5

1. dus
2. maar
3. vanwege
4. want

einde van de toets

lever de toets in