Basisstof 4 - Vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Basisstof 4 - Vruchten en zaden

Basisstof 4 - Vruchten en zaden

Leerdoelen

Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting omschrijven.

Vandaag

- Herhalen

- Uitleg

- Zelfstandig aan de opdrachten

Zijn de onderdelen van de bloem mannelijk of vrouwelijk?

Mannelijk

Vrouwelijk

Helmdraad

Stempel

Stijl

Stuifmeelkorrel

Meeldraad

Eicel

Stamper

Helmhokje

Vruchtbeginsel

Nummer 2 is...

1. Kruisbestuiving
2. Zelfbestuiving
3. Geen bestuiving

De bloemen van een bepaalde plant hebben stuifmeelkorrels die plakkerig zijn. De stempel en de meeldraden zitten diep in de bloem verstopt.
Is deze bloem een insectenbloem of een windbloem?

1. Insectenbloem
2. Windbloem

Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel een of meer zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht. Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

- Na de bevruchting beginnen de zaadbeginsels te groeien. Alleen de zaadbeginsels waarbij bevruchting heeft plaatsgevonden groeien.

- De kroonbladeren en meeldraden vallen af of verschrompelen.

- Het vruchtbeginsel begint te groeien

1 vrucht 5 zaden

1 stamper

1 vruchtbeginsel

5 stuifmeelkorrels

5 stuifmeelbuizen

5 zaadbeginsels

5 eicellen

5 kiemplantjes

Een watermeloen is ontstaan uit een watermeloen bloem. In deze bloem zitten 44 zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om deze 44 zaden te laten ontstaan?

1. 1
2. 22
3. 44
4. 88

Zet de ontwikkeling van de kersenbloesem in de juiste volgorde.