vervoegen onvoltooid tegenwoordige tijd

Les 6
Doel: ik kan de werkwoorden: zijn, willen, hebben en zullen vervoegen 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 6
Doel: ik kan de werkwoorden: zijn, willen, hebben en zullen vervoegen 

Slide 1 - Slide

werkwoord willen
ik wil
jij wilt/ wil
wil jij?
hij wil
wij willen
jullie willen
zij willen

Slide 2 - Slide

werkwoord zullen
ik zal
jij zult/ zal
zul jij?
hij zal
wij zullen
jullie zullen
zij zullen

Slide 3 - Slide

werkwoord zijn
ik ben
jij bent
ben jij?
hij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 4 - Slide

werkwoord hebben
ik heb
jij hebt
heb jij?
hij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 5 - Slide

werkwoord: zijn
hij.....
A
ben
B
heeft
C
is
D
kan

Slide 6 - Quiz

werkwoord: zullen
ik .......

Slide 7 - Open question

werkwoord: zijn
ik ......

Slide 8 - Open question

werkwoord: willen
hij ........

Slide 9 - Open question

werkwoord: zullen
jij ....
A
zal
B
zullen
C
zult
D
zul

Slide 10 - Quiz

kip, ik ..... je!

Slide 11 - Open question

Zij...... dikke vrienden!

Slide 12 - Open question

Wat ga je maken?
Je maakt opdracht 1 en opdracht 3.

Slide 13 - Slide