H5 - 5.4 Arbeiders strijden voor hun rechten (1)

H5.3 Arbeiders strijden voor hun rechten (1)

Tijdvak van Burgers en Stoommachines
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5.3 Arbeiders strijden voor hun rechten (1)

Tijdvak van Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Slide

Weet je het nog?

Slide 2 - Slide

Waarom werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd?
A
Omdat deze landen vroeger ook bij elkaar hoorden
B
Om een sterk front tegen Frankrijk te vormen
C
Zodat Duitsland geen Wereldoorlog kon beginnen
D
Omdat Engeland economisch te sterk werd

Slide 3 - Quiz

Wat weet je over Nederland na 1813?(toen Napoleon was verdreven)
A
Het land was een republiek, het bestuur uit de Bataafse Republiek was teruggekeerd
B
Het land was een koninkrijk; de broer van Napoleon was koning geworden
C
Het land was een Republiek; het bestuur uit de Gouden Eeuw was teruggekeerd
D
Het land was een koninkrijk; de zoon van stadhouder Willem V was koning geworden

Slide 4 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar het juiste jaartal
1810

1813
1815
1830

Nederland wordt deel van het Franse Rijk
België maakt zich los van Nederland
Willem I wordt koning
Napoleon wordt verslagen

Slide 5 - Drag question

Koning Willem I regeerde democratisch
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Noem een economische verbetering die Koning Willem I doorvoerde

Slide 7 - Open question

Willem II was conservatief, waarom vroeg hij Thorbecke uiteindelijk toch om een nieuwe grondwet te schrijven? Gebruik het jaar 1848.

Slide 8 - Open question

Wat hoort niet bij de grondwetswijziging van 1848?
A
ministeriële verantwoordelijkheid
B
cencuskiesrecht
C
algemeen kiesrecht
D
koning verliest zijn macht

Slide 9 - Quiz

  • Je kunt uitleggen hoe en wanneer Nederland een industriële samenleving werd.
  • Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is.
Leerdoelen

Slide 10 - Slide

Industriële Revolutie in Nederland (1)

  • Industrialisatie begint vanaf 1850
  • Eerst lichte industrie (textiel, voedsel) daarna zware (machines, schepen)
  • Grondstoffen komen binnen in haven Rotterdam
  • Nieuwe kanalen/wegen/rails
  • Steenkool uit steenkoolmijnen in Limburg
klik

Slide 11 - Slide

Industriële Revolutie in Nederland (2)
* Kinderarbeid in fabrieken
* Lonen en arbeidsomstandigheden slecht
* Armen/zieken/werklozen leven van liefdadigheid
* Nederland is een klassenmaatschappij

Slide 12 - Slide

De Nederlandse politiek


  • In Nederland hebben alleen rijke mensen kiesrecht, zij stemmen op de liberalen.
  • Liberalen geloven in de idealen van de Franse Revolutie
  • Vrijheid, stemrecht en invloed op het bestuur --> Rijken.
  • De liberale overheid deed niets om het leven van arbeiders te verbeteren

Slide 13 - Slide

Socialisme (1)
  • Rond 1850 ontstaat het socialisme:  vóór de arbeiders
  • Karl Marx was de bedenker: hij voorspelde een  revolutie van de arbeiders tegen de fabriekseigenaren 
  • Privébezit zou volgens Marx worden afgeschaft          einde klassenmaatschappij
klik voor Marx

Slide 14 - Slide

Socialisme (2)
  • Sommige socialisten geloven niet in Marx' revolutie
  • Zij zijn sociaal-democraten
  • Willen het leven van arbeiders vreedzaam verbeteren
  • Bijvoorbeeld: d.m.v. vakbonden en sociale wetten

Slide 15 - Slide

Sociaal-democraten en communisten willen allebei hetzelfde. Alleen hoe ze dit willen bereiken is anders. Noem een overeenkomst en verschil.

Slide 16 - Open question

Tekst
Tekst
Sleep alles wat bij het Liberalisme hoort naar het plaatje
Liberalen
Vrijheid
Vooral arbeiders
Vooral rijke mensen
Nieuwe grondwet
Willen weinig verandering
'Overheid zou zich meer moeten bemoeien met de economie'
'Overheid zou zich niet moeten bemoeien met de economie'
Thorbecke
Koning Willem I

Slide 17 - Drag question

Hoort de afbeelding bij socialisme of liberalisme? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open question

Hoe goed begreep je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Aan de slag:
Lezen 4.4

A. Maak opdracht 3-14
B. Uitwerken K+K lijst

Slide 20 - Slide

Aan de slag:
Quizizz maken van H4 en kijken waar je staat. Wat gaat goed? Waar moet je nog voor leren?

Slide 21 - Slide

Aan de slag:
Online: maak een woordweb met mogelijk onderwerpen voor je artikel in het tijdschrift. - Stuur mevr. Effing een foto hiervan via Teams chat.
- Start met inlezen en bronnen verzamelen.

Slide 22 - Slide