ZorgT thema 1, deel 4

oorzaken ziekten & aandoeningen
2 hoofdgroepen:
* inwendige oorzaken
* uitwendige oorzaken
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

oorzaken ziekten & aandoeningen
2 hoofdgroepen:
* inwendige oorzaken
* uitwendige oorzaken

Slide 1 - Slide

inwendige oorzaken
* ziekten en aandoeningen door een bepaalde erfelijke aanleg
* aangeboren ziekten (9mnd voor - 1 jaar na)
* auto-immuunziekten 

Slide 2 - Slide

uitwendige oorzaken
* mechanisch (geweld, ongeval)
* hoge/lage temperaturen (verbranding)
* chemisch (chloor, asbest, koolmonoxide)
* voeding (te veel/weinig)
* leefstijl (roken, alcohol, drugs, weinig bewegen)
* micro-organismen (virus/bacterie)
*macro-organismen (hoofdluis)

Slide 3 - Slide

Een erfelijke ziekte ...
A
kun je via niezen/hoesten doorgeven
B
kun je alleen op jonge leeftijd krijgen
C
kun je door je ouders erven/krijgen
D
is besmettelijk

Slide 4 - Quiz

Een voorbeeld van een erfelijke ziekte is
A
blaasontsteking
B
syndroom van down
C
griep
D
longontsteking

Slide 5 - Quiz

Wat is een aangeboren ziekte
A
ziekte die vanaf je geboorte aanwezig is zonder dat je ouders de ziekte hebben
B
Een ziekte die ontstaat tijdens je geboorte
C
ziekte die je krijgt door een slechte leefstijl
D
ziekte die je van je ouders hebt geërfd

Slide 6 - Quiz

Aangeboren ziekten zijn altijd erfelijke ziekten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Peter heeft suikerziekte.
A
aangeboren ziekte
B
erfelijke ziekte
C
infectieziekte
D
leefstijlziekte

Slide 8 - Quiz

In de winter heeft de halve klas de griep.
A
aangeboren ziekte
B
erfelijke ziekte
C
infectieziekte
D
leefstijlziekte

Slide 9 - Quiz

Niels zit de hele dag te gamen en is daardoor heel dik geworden.
A
aangeboren ziekte
B
erfelijke ziekte
C
infectieziekte
D
leefstijlziekte

Slide 10 - Quiz

Marco is kleurenblind, net als zijn oom.
A
aangeboren ziekte
B
erfelijke ziekte
C
infectieziekte
D
leefstijlziekte

Slide 11 - Quiz

infectieziekte
Een ziekte veroorzaakt door schadelijke micro-organismen die het lichaam zijn binnen gedrongen.
* via de luchtweg
* via huid/slijmvliezen
* via maag-darmkanaal
*via het bloed

Slide 12 - Slide

ontsteking
plaatselijke reactie van het lichaam op een schadelijke prikkel of een ziekmakend micro-organisme (van buitenaf).
* kan overgaan in infectie (reactie hele lichaam)
* kenmerken: roodheid, warmte, zwelling, pijn & verstoorde functie.

Slide 13 - Slide

Wat is incubatietijd?
A
De tijd tussen uitbreken van de ziekteverschijnselen en herstel van de ziekte.
B
De tijd tussen besmetting en uitbreken van de ziekteverschijnselen
C
De tijd tussen besmetting en infectie.
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is je Immuunsysteem?
A
Vecht tegen witte bloedcellen
B
Beschermt je tegen ziekteverwekkers
C
Verdedigingssysteem
D
Beschermt ons alleen af van ziekteverwekkers buitenaf

Slide 15 - Quiz

Wat is niet een gevolg van een verzwakt immuunsysteem?
A
Vermoeidheid
B
Langzame wondherstelling
C
Terugkerende infectie
D
Onvruchtbaarheid

Slide 16 - Quiz

Een ander woord voor je immuunsysteem is
A
bloedcellensysteem
B
afweersysteem
C
antistoffen
D
antigenen

Slide 17 - Quiz

Hepatitis is een...
A
orgaanbeperking
B
infectieziekte
C
leveronsteking
D
mannenziekte

Slide 18 - Quiz

Een kenmerk van Hepatitis B is?
A
Oranje oogwit
B
Paarse urine
C
Gele huid
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt hepatitis B overgedragen?
A
Sperma en bloed
B
Vaginaal Vocht en naalden
C
alle genoemde antwoorden
D
Bloed en speeksel

Slide 20 - Quiz

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid

Slide 21 - Quiz

Wat is geen kinderziekte?
A
Krentenbaard
B
Waterpokken
C
Griep
D
De vierde ziekte

Slide 22 - Quiz

Welke kinderziekten zijn besmettelijk?
A
Waterpokken
B
Roodvonk
C
Krentenbaard

Slide 23 - Quiz

Wat is geen geriatrische ziekte
A
COPD
B
ziekte van parkinson
C
osteoporose
D
incontinentie

Slide 24 - Quiz

Wat is COPD?
A
Een verzamelnaam voor de ziektes: longemfyseem en bronchitis
B
Een soort astma
C
Een chronische aandoening van de luchtpijp
D
Een bloedprop in de longen

Slide 25 - Quiz

Wat is astma?
A
chronische aandoening aan de luchtwegen
B
chronische aandoening aan het hart
C
chronische aandoening aan het spijsverteringskanaal

Slide 26 - Quiz

Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock

Slide 27 - Quiz

Bij een allergie..
A
reageer je sterk op een stof
B
reageer je normaal op een stof
C
reageer je niet op een stof

Slide 28 - Quiz