Toptaal A1A2 12 mei



De woorden van thema 13, taak 4
Inversie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



De woorden van thema 13, taak 4
Inversie

Slide 1 - Slide

Bij de Hema hebben ze prima .......................! Een goede kwaliteit en niet te duur.
A
checken
B
lukken
C
ondergoed
D
programma

Slide 2 - Quiz

Heb jij hoogtevrees? Ach, dat .................... wel ...........
A
mee, vallen
B
valt, mee
C
vallen, mee
D
is, meevalt

Slide 3 - Quiz

Kan jij de boodschappen doen? Ja, dat gaat wel ...................
A
raar
B
stuk
C
reageren
D
lukken

Slide 4 - Quiz

Het werd .................... donker. Dat kwam door de stroomstoring.
A
opeens
B
vreemd
C
overnieuw
D
het beeldscherm

Slide 5 - Quiz

Hubert is ........................ geregend. Ik geef hem een ...................... om zich mee af te drogen.
A
defect, programma
B
kletsnat, handdoek
C
opeens, kletsnat
D
handdoek, programma

Slide 6 - Quiz

Er moet een .......................... komen om de wasmachine te repareren.
A
monteur
B
garantie
C
meter
D
type

Slide 7 - Quiz

Zijn .......................... blijft zwart. Hij moet zijn laptop ..................... opstarten.
A
stroom , checken
B
programma, checken
C
meterstand, stroom
D
beeldscherm, opnieuw

Slide 8 - Quiz

Hoeveel e-mails ........................... jullie op een dag?
A
reageren
B
lukken
C
nadenken
D
verzenden

Slide 9 - Quiz

De gemeente ............................. niet op de e-mails die ik stuur.
A
reageert
B
probeert
C
valt
D
verzendt

Slide 10 - Quiz

De .......................... van een kinderbedje moet je vaak verschonen.
A
aankopen
B
lakens
C
minimaal
D
vuil

Slide 11 - Quiz

Als je alleen op reis gaat moet je niet met ..................... mensen praten.
A
rare
B
defecte
C
vreemde
D
waarschijnlijke

Slide 12 - Quiz



Inversie
Maakt een goede zin en begin met het woord met de hoofdletter.

Slide 13 - Slide

naar het feest- ik - de roze jurk - Waarschijnlijk - draag - .

Slide 14 - Open question

dood - de pest - In de middeleeuwen - veel mensen - gingen - aan - .

Slide 15 - Open question

gaan - vanavond - Mijn vrienden - eten - Thais - .

Slide 16 - Open question

op het strand - zaten -Toen de zon onder ging - we - .

Slide 17 - Open question

volgend jaar - gaan - kunnen - Misschien - we
- naar Tanzania - .

Slide 18 - Open question

gelopen - ben - naar - Gisteren - ik - Scheveningen - .

Slide 19 - Open question

we - meer - halen - niet - De vroege Intercity - .

Slide 20 - Open question

voor gokken - discussie - De reclames - veel - veroorzaken - .

Slide 21 - Open question

naar de Veluwe- gaan - op schoolreisje- volgende week - De kinderen - .

Slide 22 - Open question

naar de kantine - de voetballers - komen - na de wedstrijd - Helemaal bezweet - .

Slide 23 - Open question