§3.4 Strijden of sporten

§3.4 Strijden of sporten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3.4 Strijden of sporten

Slide 1 - Slide

Wat is de betekenis van de volgende begrippen:
1. Bondgenoot
2. Motief
3. Wapenstilstand
4. Buitenlandse politiek

Slide 2 - Open question

Bij welke twee gelegenheden werkten de Griekse stadstaten samen?

Slide 3 - Open question

Zet in de juiste chronologische volgorde
Alexander de Grote verovert Perzische Rijk
De Peloponnesische oorlog begint
De Perzische oorlogen zijn voorbij
Griekse stadstaten in Anatolië komen in opstand tegen de Perzen
De Grieken verslaan de Perzen bij Marathon
Koning Xerxes trekt met een leger Griekenland binnen

Slide 4 - Drag question

Welke invloed hebben de Perzische en Peloponnesische oorlogen gehad op de macht van Athene?

Slide 5 - Open question

Welke zin is juist?
A
Als gevolg van de hulp van Sparta aan Megara en Korinthe won Athene de Peloppenische oorlog
B
Als gevolg van de Peloponnesische oorlog werd Athene een democratie
C
Een handelsconflict van Athene en Megara was de aanleiding voor de Peloponnesische oorlog
D
Een v/d oorzaken dat Sparta won van Athene waren de zwakke Atheense stadsmuren

Slide 6 - Quiz

Welke overeenkomst tussen de Griekse en de moderne Olympische Spelen vind je in de bron?

Slide 7 - Open question

Volgens Alexander de Grote had Griekenland geen aanleiding gegeven voor oorlog met de Perzen. Wat is vanuit Perzisch oogpunt waarschijnlijk een goede aanleiding voor een oorlog tegen de Grieken?
A
De inwoners van Perinthos, die mijn vader hebben beledigd, hebt u ondersteund.
B
Ik ben naar Azië gegaan met mijn leger, nadat u opnieuw aanleiding tot oorlog hebt gegeven.
C
Mijn vader werd gedood door sluipmoordenaars, die door u werden aangespoord.
D
Tegen Thracië, waarover wij heersen, zond Ochus een leger.

Slide 8 - Quiz

De afbeelding hiernaast zou een stad in het rijk van Alexander de Grote kunnen zijn. Is dit een voorbeeld van hellenisme? Leg je antwoord uit met behulp van een bronelement.

Slide 9 - Open question

Zelfstandig werken
opdracht 1 t/m 9 uit §3.4

Slide 10 - Slide