Spieren 1Ba

Spieren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spieren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spierstelsel
Spieren 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Skeletspieren
Spieren die zijn verbonden met de botten


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Pezen
Verbinden de spieren met de botten.

Meest bekende is de achillespees

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Pezen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Arm buigen
  • Armbuigspier (biceps) samentrekken = korter en dikker
  • Pezen trekken aan je spaakbeen
  • armstrekspier (biceps) onspant = langer en dunner
Ezelsbruggetje:(Biceps=Buigspier)(Triceps=Trekspier)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Antagonisten
Antagonisten zijn tegengestelde spieren (bijv. biceps en triceps)

Bij het samentrekken van de een ontspant de ander

Slide 7 - Slide

Biceps = armbuigspier
triceps = armstrekspier
spierkramp
  • spier wordt (tijdelijk) hard en pijnlijk
• als een spier zich plotseling of te langdurig samentrekt tijdens intensief sporten
• spier voorzichtig uitrekken (de kramp eruit rekken)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spierblessure
Spierpijn - Achtergebleven afvalstoffen in de spieren
Spierkramp - Een grote ophoping van afvalstoffen. Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen
Spierscheur - Kan ontstaan door met kramp de spier blijven aanspannen. Kan ook plotseling ontstaan (Zweepslag)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Blessures voorkomen
Cooling-down - Spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de namen van de spieren naar de juiste plek.
Armstrekspier
Voorste dijspier
Kuitspier

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Wat is van groot naar klein?
A
Spier - spiervezel - spierbundel
B
spiervezel - spierbundel - spier
C
Spierbundel - spier - spiervezel -
D
Spier - spierbundel -spiervezel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom heeft een spier een antagonist?
A
Zodat de spier kan samentrekken
B
Zodat de spier kan ontspannen
C
Zodat de spier weer gestrekt kan worden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar de afbeelding.
Je ziet een been dat wordt gebogen.
Welke spier is ontspannen?
A
Spier 1
B
Spier 2
C
Spier 1 en 2

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Als een spier samentrekt:
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Is spier A de spier die het been laat buigen of laat strekken?
A
Buigen
B
Strekken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Maken
Basisstof 5: Spieren

Opdracht 18 t/m 21

Slide 18 - Slide

This item has no instructions