Herhaling chapitre 1 en 2 / toetsvoorbereiding

Toetsvoorbereiding TW 2
1 / 42
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsvoorbereiding TW 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet wat je moet kennen / kunnen voor de toetsweek

Je herhaalt de grammatica van chapitre 1 en 2

Slide 2 - Slide


Wat moet je leren voor TW 2?
CHAPITRE 1
TB blz. 20 + 21    Woordjes chapitre 1 (Je leert ze van links naar rechts)
TB blz. 21              Getallen 0 tm 20 FN + NF
TB blz. 21              Être FN + NF
TB blz. 21 + 22    Het lidwoord
TB blz. 22             Expressions FN + NF
CHAPITRE 2
TB blz. 36 + 37  Woordjes chapitre 2 ( Je leert ze van links naar rechts)
TB blz. 37            Les nombres de 0 à 70 FN + NF + rangtelwoorden
TB blz. 38            Bepaald lidwoord + Bijvoeglijk naamwoord
TB blz. 38            Avoir FN + NF
TB blz. 39            Onderwerp vervangen door il , elle, ils, elles
TB blz. 39            Expressions NF + FN

Slide 3 - Slide

We gaan herhalen....

Slide 4 - Slide

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(avoir) Elle ..... deux frères.

Slide 5 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(être) Nous ......au collège.

Slide 6 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(être) Je ..... chez moi.

Slide 7 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(avoir) Tu .... une soeur?

Slide 8 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(être) Il ...... mon copain.

Slide 9 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(avoir) Elles ....... toutes 13 ans.

Slide 10 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(avoir) vous ..... un animal domestique?

Slide 11 - Open question

Vul de goede vorm van avoir of être in.

(être) ils ..... dans la chambre de Damien.

Slide 12 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in letters.
12

Slide 13 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in letters.
11

Slide 14 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in letters.
16

Slide 15 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in letters.
14

Slide 16 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in letters.
15

Slide 17 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in cijfers.
cinquante- six

Slide 18 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in cijfers.
quarante-sept

Slide 19 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in cijfers.
vingt-trois

Slide 20 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in cijfers.
soixante-dix

Slide 21 - Open question

Welk getal is ...? Noteer in cijfers.
trente-neuf

Slide 22 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
Een jongen =

Slide 23 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
Het meisje =

Slide 24 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
de jongen =

Slide 25 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
een vriend =

Slide 26 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
de vader =

Slide 27 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
het dier =

Slide 28 - Open question

Un / Une / Le / La / L' / Les ?
de leerlingen =

Slide 29 - Open question

Het bijvoeglijk naamwoord
Mannelijk enkelvoud
Mannelijk meervoud
-
+ S
Vrouwelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
+ E
+ ES

Slide 30 - Slide

J'habite dans une (groot) maison

Slide 31 - Open question

Elle a un (klein) frère.

Slide 32 - Open question

C'est un (modern) collège.

Slide 33 - Open question

Le jardin est (klein)

Slide 34 - Open question

La chambre est (groot)

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Vertaal:
Wat is dat?

Slide 37 - Open question

Vertaal:
Waar woon je?

Slide 38 - Open question

Vertaal: wij wonen in een flat

Slide 39 - Open question

Vertaal: hoe oud ben jij?

Slide 40 - Open question

Vertaal: Het gaat goed!

Slide 41 - Open question

Leerdoelen
Je weet wat je moet kennen / kunnen voor de toetsweek

Je herhaalt de grammatica van chapitre 1 en 2

Slide 42 - Slide