Presente Indicativo (tegenwoordige tijd)
vb: ik eet → como
Imperativo (gebiedende wijs)
vb: Eet! → ¡Come!
Pretérito Perfecto of Presente Perfecto (voltooide tijd)
( 2 benamingen maar is het zelfde!!)
vb: ik heb gegeten → he comido
Pretérito Indefinido (verleden tijd)
vb: ik at → comí
Pretérito Imperfecto (verleden tijd)
(In het Spaans zijn er twee tijden om iets in het verleden te zeggen / schrijven)
Gerundio
Ik ben aan het eten → estoy comiendo