Engels 21 mei

• Engels
• Basisschool
• Groep 5,6

Asking the way

What we are going to learn:

We can follow directions and get to the place we need to be.

We are learning how to give directions.

We are going to play a game about traveling.

Wat weet je al over de weg vragen in het Engels?

Voorkennis activeren

Useful language

Asking directions

Handige zinnen om de weg te vragen

Do you know where the city park is?

Can you tell me where the busstation is?

How do I get to the policestation?

Can you show me on the map?

Benoem (en lees hardop voor) welke zinnen deze les aan bod komen. Laat de leerlingen waar nodig de vertalingen benoemen.

Useful language

Asking directions

Handige zinnen om de weg te wijzen

Go straight ahead.

The cinema is at your left.

Stop at the traffic lights.

Cross the road.

Go left / right

Take the first / second street on the right / left

Go straight at the roundabout

Benoem (en lees hardop voor) welke zinnen deze les aan bod komen. Laat de leerlingen waar nodig de vertalingen benoemen.

Benoem dat de zinnen ingevuld kunnen worden met left/right/straight etc.

Match the sentences to make directions.

Stop at ...
Turn ...
Cross ...
How do I get to ...

... the street.

... right 

... the library?

... the traffic lights.

De leerlingen koppelen via hun eigen laptop de zinnen met de juiste teksten. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.

What does it mean?

It is near the hospital

De leerlingen maken zinnen van de losse woorden. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.

What does it mean?

Can you tell me where the busstation is?

right

first

left

straight ahead

traffic light

third

Where is it?

Kijk op de kaart die op je tafel ligt.

Where is the supermarkt?
Welke zin klopt?

1. The supermarkt is behind the museum
2. The supermarkt is near the petshop

Where is the Hotel?
Welke zin klopt

1. The hotel is next to the policestation
2. The hotel is behind the church

Where is the park?
Welke zin klopt

1. The park is at the left of the supermarket
2. The park is in front of the school

Following directions

Play the game with the person next to you.

Use the words and sentences you have learned.

De leerlingen gaan nu tweetallen vormen en dan allebei één keer een route beschrijving volgen. Op de volgende dia staat de plattegrond weer weergegeven en staan er hulp zinnen bij. De leerling die luistert volgt de weg van de ander met zijn vinger mee.

Samenvatting

We hebben geleerd hoe we de richting kunnen vragen, hoe we aanwijzingen kunnen geven en belangrijke woorden die we nodig hebben om de weg te vragen en te geven in het Engels.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal de leerdoelen.

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.