1.2 Verteringsstelsel

1.2 Verteringsstelsel
Blz. 19
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

1.2 Verteringsstelsel
Blz. 19

Slide 1 - Slide

Na vandaag:
- Ken je de organen van het verteringsstelsel
- Kun je de functies van het verteringsstelsel beschrijven

Slide 2 - Slide

Basisstof 2 Het verteringsstelsel
Letterlijk: Binas 82C

Door naar basisstof 3!

Slide 3 - Slide

Basisstof 3: Chemische vertering
Letterlijk binas 82E, 82F, 82G

Door naar basisstof 4

Slide 4 - Slide

Just kidding!

Slide 5 - Slide

Vertering
Vertering = het afbreken van voedingsstoffen, zodat deze kunnen worden opgenomen in de dunne darm.

mechanische verkleining (kauwen) -> groter oppervlakte waar enzymen op in kunnen werken

Slide 6 - Slide

Verteringsstelsel

Slide 7 - Slide

Mondholte
  • gebit (mechanische verkleining)
  • speekselklieren - speeksel:
- slijm
- anti-bacteriële eiwitten
- Antistoffen (IgA, IgG, IgM)
- amylase
  • huig, strotteklep

Slide 8 - Slide

peristatische bewegingen komen ook voor in de dikke en dunne darm

Slide 9 - Slide

Maag
  • Sterke spieren die voedsel kneden en vermengen met maagsap
  • Maagsapklieren maken maagsap. Dit bestaat uit:
- zoutzuur (zorgt voor lage pH waardoor eiwitten opzwellen en bacteriën gedood worden)
- pepsinogeen -> peptase (pepsine) (breekt eiwitten af)
- slijm dat de maagwand beschermd

Slide 10 - Slide

12-Vingerige darm
Hier monden afvoerbuizen van galblaas en alvleesklier uit
Alvleessap:
- HCO3-  (zorgt voor verhoging van pH)   
- De enzymen amylase, tryptase en lipase
Gal:     
- gemaakt door lever, nodig voor vetverte-
ring, maar is geen enzym              

Slide 11 - Slide

Dunne darm
  • Opname van voedingsstoffen. Sterk geplooid oppervlakte, waardoor veel opname mogelijk is. 
  • Opname van vet gaat via lymfevaten
  • Darmsapklieren voor laatste stukje vertering. Darmsap bevat de enzymen: peptidase, 
      maltase, lactase en 
      saccharase



Slide 12 - Slide

Dikke darm
Hier vindt de terug resorptie van water en opname van zouten plaats.
Bij de overgang van de dunne darm naar dikke darm zit de blinde darm. 
In de endeldarm vindt de opslag van ontlasting 
plaats. Via de anus verlaten onverteerde resten 
het lichaam.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Aan het werk
Opdr. 11, 12, 13, 14, 17

Slide 16 - Slide