Gedicht De laatste brief

Bertus Aafjes – De laatste brief

De wereld scheen vol lichtere geluiden
en een soldaat sliep op zijn overjas.
Hij droomde lachend dat het vrede was
omdat er in zijn droom een klok ging luiden.

Er viel een vogel die geen vogel was
niet ver van hem tussen de warme kruiden.
En hij werd niet meer wakker want het gras
werd rood, een ieder weet wat dat beduidde.




Het regende en woei. Toen herbegon
achter de grijze lijn der horizon
het bulderen – goedmoedig- der kanonnen.

Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef,
bevrijdde zich het laatste wat hij schreef:
liefste de oorlog is nog niet begonnen.

(uit: Het gevecht met de muze. Verzamelde gedichten, Amsterdam, Meulenhoff, 1974; oorspr. uit Het gevecht met de muze, 1940)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bertus Aafjes – De laatste brief

De wereld scheen vol lichtere geluiden
en een soldaat sliep op zijn overjas.
Hij droomde lachend dat het vrede was
omdat er in zijn droom een klok ging luiden.

Er viel een vogel die geen vogel was
niet ver van hem tussen de warme kruiden.
En hij werd niet meer wakker want het gras
werd rood, een ieder weet wat dat beduidde.




Het regende en woei. Toen herbegon
achter de grijze lijn der horizon
het bulderen – goedmoedig- der kanonnen.

Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef,
bevrijdde zich het laatste wat hij schreef:
liefste de oorlog is nog niet begonnen.

(uit: Het gevecht met de muze. Verzamelde gedichten, Amsterdam, Meulenhoff, 1974; oorspr. uit Het gevecht met de muze, 1940)

Slide 1 - Slide

Wat kun je zeggen over de opbouw ?

Slide 2 - Open question

Van welk rijmschema is er sprake?

Slide 3 - Open question

Hoe noem je deze vorm van eindrijm?

Slide 4 - Open question





Er viel een vogel die geen vogel was
niet ver van hem tussen de warme kruiden.
En hij werd niet meer wakker want het gras
werd rood, een ieder weet wat dat beduidde.
Welke alliteratie zie in strofe 2?

Slide 5 - Slide

Hoe het het verschijnsel bij versregel 7/ 8 en wat is de functie daarvan?

Slide 6 - Open question

Welke stijlfiguren herken je?

Slide 7 - Open question

Welke beeldspraak herken je?

Slide 8 - Open question

Leg de titel uit..

Slide 9 - Open question

Leg de betekenis van dit gedicht uit..

Slide 10 - Open question