This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
AGZ
dinsdag 30 januari 2024
Welkom in de les
Slide 1 - Slide
Opdracht 1
In het lokaal liggen verschillende afbeeldingen van patiënten die aan je balie kunnen komen bijvoorbeeld bij de apotheek. De vraag is, wat is je eerste gedachte bij het zien van dit persoon. Alles is goed, er zijn geen fouten!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Stigma
Slide 10 - Slide
Stigma?
Kijk nog eens goed naar wat je hebt opgeschreven. Heb jij misschien ook wel een stigma opgeschreven?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Soorten Stigma
Zelfstigmatisering: Stigmatisering gebeurt niet alleen door anderen. Je kan ook zelf stigmatiseren. Je legt jezelf stigma op. Denk hierbij aan: ‘Ik ben depressief en dus een mislukkeling.’
Publieke stigmatisering: Dit is een verzamelnaam voor de stigmatisering vanuit de maatschappij. Deze ontstaat onder andere door berichtgevingen in de media. Voorbeelden hiervan zijn: ‘Mensen met psychische problemen zijn gevaarlijk’ .
Structurele stigmatisering: Deze vorm van stigmatisering is politiek en economisch gerelateerd. Het zit verankerd in de cultuur en wet- en regelgeving van een land. Hierdoor mogen in sommige landen mensen met psychische problemen bijvoorbeeld niet stemmen.
Associatieve stigmatisering: Een voorbeeld hiervan kan zijn: ‘Door haar manier van opvoeden kan het niet anders dat haar kind ADHD heeft’.