Lesen

Programm
Leserace
Bingo [Wortschatz Kapitel 6]
Fragen?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programm
Leserace
Bingo [Wortschatz Kapitel 6]
Fragen?

Slide 1 - Slide

Ziel
Am Ende der Stunde
hast du deine Lesefertigkeit verbessert.
hast du deinen Wortschatz verbessert.

Slide 2 - Slide

Leserace

Slide 3 - Slide

leesrace
Text lesen 


4-er Gruppen bilden
Fragen beantworten für die Gruppe
Wer gewinnt?

timer
6:00

Slide 4 - Slide

1 Welke van de volgende stellingen is juist?                              (1 pt)

A Jonas krijgt het meest zakgeld van iedereen.
B Mara krijgt net zoveel zakgeld als Thorben.
C Thorben krijgt het minst zakgeld van iedereen.
D Thorben krijgt minder zakgeld dan Mara.

timer
1:00

Slide 5 - Slide

1 Welke van de volgende stellingen is juist?                              (1 pt)

A Jonas krijgt het meest zakgeld van iedereen.
B Mara krijgt net zoveel zakgeld als Thorben.
C Thorben krijgt het minst zakgeld van iedereen.
D Thorben krijgt minder zakgeld dan Mara.

Slide 6 - Slide

2 Waarom wil Thorben weten hoeveel zakgeld andere kinderen krijgen? (alinea 1, 1 pt)
A Omdat er een enquête op zijn school is geweest met betrekking tot zakgeld.
B Omdat er in zijn klas veel verschillen zijn met betrekking tot zakgeld.
C Omdat hij diegene uit zijn klas is die het minst zakgeld krijgt.
D Omdat hij meer zakgeld aan zijn ouders wil gaan vragen.

timer
1:00

Slide 7 - Slide

2 Waarom wil Thorben weten hoeveel zakgeld andere kinderen krijgen? (alinea 1, 1 pt)
A Omdat er een enquête op zijn school is geweest met betrekking tot zakgeld.
B Omdat er in zijn klas veel verschillen zijn met betrekking tot zakgeld.
C Omdat hij diegene uit zijn klas is die het minst zakgeld krijgt.
D Omdat hij meer zakgeld aan zijn ouders wil gaan vragen.

Slide 8 - Slide

3 Wat koopt Mara van haar zakgeld? (alinea 2, 1 pt)

A boeken, cd’s en schoolspullen
B boeken, schoolspullen en snoep
C kleren, cd’s en boeken
D kleren, boeken en snoep

timer
1:00

Slide 9 - Slide

3 Wat koopt Mara van haar zakgeld? (alinea 2, 1 pt)

A boeken, cd’s en schoolspullen
B boeken, schoolspullen en snoep
C kleren, cd’s en boeken
D kleren, boeken en snoep

Slide 10 - Slide

4 Leg in het Nederlands uit wat de geldsituatie van Jonas is en hoe hij ermee omgaat. (alinea 3, 1 pt)
....
 


timer
1:00

Slide 11 - Slide

4 Leg in het Nederlands uit wat de geldsituatie van Jonas is en hoe hij ermee omgaat. (alinea 3, 1 pt)
Leerling zegt dat Jonas geen zakgeld krijgt, en dat hij daarom spaart om dingen te kunnen kopen
 


Slide 12 - Slide