Kleuterfase

1 / 51
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een kind van 4/5 jaar praat over het algemeen goed verstaanbaar en in korte zinnen. Kinderen tot 6 jaar kunnen nog wel eens moeite hebben om lange worden foutloos uit te spreken. Soms denken ze sneller dan ze kunnen praten. Bij meisjes verloopt de taalontwikkeling vaak sneller en anders dan bij jongens. Dit komt omdat de hersenstructuur van meisjes anders in elkaar zit. Meisjes gebruiken ook eerder emotiewoorden dan jongens en hebben een grotere emotiewoordenschat.
Wat is de juiste volgorde?
A
baby > kleuter > peuter
B
peuter > kleuter > baby
C
kleuter > peuter > baby
D
baby > peuter > kleuter

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Concreet denken
Animistisch denken
Magisch denken
Het denken van een peuter richt zich alleen op wat tastbaar is, wat gezien wordt en waar iets mee kan worden gedaan

Een peuter kan geen onderscheid (verschil) maken tussen wat fantasie en wat werkelijkheid is

Een peuter kent doet alsof voorwerpen menselijke eigenschappen hebben, zoals lief zijn

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de leeftijd van een kleuter?
A
tussen 2 en 8 jaar
B
tussen 3 en 7 jaar
C
tussen 4 en 7 jaar
D
tussen 4 en 6 jaar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Kleuters groeien gemiddeld 8 cm per jaar. Wat betreft de grove motoriek leren kleuters rennen zonder vallen en fietsen zonder zijwieltjes. Rond 5 jaar zijn de meeste kinderen motorisch in staat om te leren zwemmen (rijp). Zwemmen is een complexe activiteit, waardoor het voor de meeste kinderen geen zin heeft om eerder met zwemles te beginnen. De fijne motoriek ontwikkelt zich ook verder, zo leren kleuters hun veters te strikken en binnen de lijntjes te kleuren. De oog-hand-coördinatie ontwikkelt zich steeds verder. Kinderen kunnen steeds fijnere en kleinere bewegingen maken, zoals een speld vastpakken of kleine letters schrijven. Ook wordt duidelijk of kinderen linkshandig of rechtshandig worden. 

Wat draagt bij aan de ontwikkeling van de grove motoriek van een kleuter?
A
dansen
B
veel nachtrust
C
Het maken van tekeningen
D
voorlezen door ouders over het thema motoriek

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Steeds vaker hebben kinderen een motorische achterstand. Hoe denk je dat dit komt?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

3.2.1 Fantasie
Bij kleuters speelt fantasie, net als in de peuterfase, nog een grote rol. Kleuters geloven in Sinterklaas en sprookjes. Ook verzinnen kleuters veel verhalen. Als ze bijvoorbeeld een schrammetje op hun gezicht hebben, kunnen ze de meest rare verhalen verzinnen hoe ze hier aan zijn gekomen. Het is belangrijk om te weten dat ze deze onwaarheden zonder opzet vertellen. Het komt door hun rijke fantasie.

Slide 15 - Slide

3.2.2 Taakgericht werken
Kleuters leren op school taakgericht werken. Ze krijgen bijvoorbeeld een knutselopdracht die ze af moeten hebben. Kleuters vinden het fijn om een concreet taakje te krijgen.
Kleuters leren ook buiten school. Dit gaat op allerlei verschillende manieren. Ze leren van ouders, broers en zussen. Ook leren kleuters door het lezen van boeken of spelletjes spelen op de computer.

Slide 16 - Slide

Een bekende test die je met kleuters kan uitvoeren is de Marshmallow test. Met deze test kan je testen in hoeverre kinderen al zelfbeheersing hebben. In deze bekende test krijgen kinderen een marshmallow aangeboden. Ze krijgen de keuze: eet deze nu op, of wacht even en je krijgt er straks twee. Bekijk met de klas: 

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Wat valt je op als het gaat om zelfbeheersing?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

De fantasie van de peuterfase verdwijnt in de kleuterfase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wie hebben een grotere woordeschat?
A
Meisjes
B
Jongens

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de leeftijd van een kleuter?
A
tussen 2 en 8 jaar
B
tussen 3 en 7 jaar
C
tussen 4 en 7 jaar
D
tussen 4 en 6 jaar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Sociale ontwikkeling
- Spel
- Egocentrisme
- Ontwikkeling ToM

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Het egocentrisme wat in de peuterfase aanwezig was, verdwijnt in de kleuterfase. Kleuters spelen graag met andere kinderen.

Slide 25 - Slide

 Een kleuter leert zich sociaal te gedragen. Het kind kan met anderen meeleven, anderen helpen en met anderen delen. Dit is de basis voor de ontwikkeling van de Theory of Mind (ToM). Stel je zit in de klas en er kijkt iemand heel droevig. Het besef dat je inziet dat die persoon verdrietig is en je de aandrang voelt om te gaan vragen wat er scheelt is één van de ontelbare voorbeelden waarvoor je de Theory of Mind nodig hebt.
Theory of Mind (ToM) = het vermogen om je te verplaatsen in de gedachten, gevoelens en het gedrag van de ander
Kleuters worden dus steeds beter in samen spelen. 

Slide 26 - Slide

Kleuters houden van imitatiespel, zoals vader en moedertje spelen. De kleuter gebruikt hierbij zijn fantasie. Een rij stoelen wordt bijvoorbeeld gezien als een trein. Ook houden kleuters van constructiespeelgoed. Constructiespeelgoed is speelgoed waarmee je iets bouwt. Denk aan Duplo, Lego of een poppenhuis.
Een kleuter staat 'spelend' in de wereld
en krijgt tijdens het spelen grip op de werkelijkheid.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Filmpje
Vraag: Hoe gaat het overleggen/samenwerken?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Hoe gaat het overleggen/
samenwerken?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Filmpje
Vraag: Wat zegt dit filmpje over de sociale ontwikkeling van kleuters?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Wat hoort NIET bij sociale ontwikkeling?
A
delen
B
helpen
C
schuldig voelen
D
meeleven

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Emotionele ontwikkeling
- Zelfbeeld
- Schaamtegevoelens
- Schuldbewustzijn

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

In de kleuterfase begint de ontwikkeling van het zelfbeeld. Het zelfbeeld is het geheel van opvattingen en overtuigingen dat iemand over zichzelf heeft opgebouwd door alles wat hij heeft waargenomen en ervaren. Kortgezegd is het zelfbeeld het beeld dat je van je zelf hebt. Een zelfbeeld ontwikkel je door wat anderen tegen je zeggen of hoe anderen zich tegenover je gedragen. Vooral ouders hebben een grote invloed. Je zelfbeeld heeft veel invloed op je stemming. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Kan een kind een té positief zelfbeeld hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat kunnen ouders doen om een kind te helpen bij het ontwikkelen van een positief zelfbeeld?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Antwoord

Complimenten geven
Goede voorbeeld geven

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

Verder ontwikkelen kleuters schaamtegevoelens. Wanneer kleuters bijvoorbeeld iets verkeerds doen of struikelen en andere kinderen lachen hem of haar uit, ontstaan er gevoelens van schaamte. Ook ontwikkelt het schuldbewustzijn zich. Kleuters hebben het door wanneer ze iets goeds of iets fouts doen. 

Slide 42 - Slide

Voor een gezonde emotionele ontwikkeling is het belangrijk dat ouders niet té veel complimenten geven. Daarnaast is er de tip om gerichte complimenten te geven. In plaats van ‘Wat ben jij slim’ kun je zeggen: ‘Wat heb jij hard geleerd’. Of in plaats van ‘Wat ben jij lief’: ‘Wat lief dat je mij hebt geholpen met de afwas’. 
Seksuele ontwikkeling

- interesse/nieuwsgierig
- genderidentiteit 
- latente fase 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

Bij kleuters ontstaat er interesse en nieuwsgierigheid naar geslachtsdelen en geslachtsverschillen. Dat is ook de reden dat ze vaak ‘doktertje gaan spelen’. Dit is gezond en hoort bij de leeftijd. Ook de volgende vragen hebben hun interesse: waar kom ik vandaan? Hoe komt een baby in mama’s buik? Verder ontstaat er bij kleuters een ‘genderidentiteit’. Genderidentiteit is het besef dat je een jongen of een meisje bent.
Opvallend is dat voor kleuters vriendschappen met jongens of meisjes niet anders zijn. Kleuters willen met iemand omgaan omdat ze iemand aardig vinden of omdat zij en de ander hetzelfde leuk vinden. Dit wordt ook wel de latente fase genoemd.

Slide 45 - Slide

Bij kleuters ontstaat er interesse en nieuwsgierigheid naar geslachtsdelen en geslachtsverschillen. Dat is ook de reden dat ze vaak ‘doktertje gaan spelen’. Dit is gezond en hoort bij de leeftijd. Ook de volgende vragen hebben hun interesse: waar kom ik vandaan? Hoe komt een baby in mama’s buik? Verder ontstaat er bij kleuters een ‘genderidentiteit’. Genderidentiteit is het besef dat je een jongen of een meisje bent.
Opvallend is dat voor kleuters vriendschappen met jongens of meisjes niet anders zijn. Kleuters willen met iemand omgaan omdat ze iemand aardig vinden of omdat zij en de ander hetzelfde leuk vinden. Dit wordt ook wel de latente fase genoemd.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Het egocentrisme van de peuterfase blijft in de kleuterfase ook aanwezig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Het zelfbeeld is het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Een constructiespel is bijvoorbeeld
A
Vader - moedertje spelen
B
Een toren bouwen
C
Imiteren van ouders
D
Bordspellen spelen

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Sociaal
Lichamelijk
Cognitief
Sociaal
Samen spelen
Linkshandig 
Imitatiespel
Taalontwikkeling
Het verstand
Motorische ontwikkeling

Slide 50 - Drag question

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?

Slide 51 - Open question

This item has no instructions