Les 2; H1 Bewegen; vervolg §1.2 en §1.3

Vooraf
Voorkennis activeren, aansluiten vorige les, interesse opwekken
1 / 44
next
Slide 1: Slide
natuurkunde1HBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Vooraf
Voorkennis activeren, aansluiten vorige les, interesse opwekken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen snelheid?
A
v=tx
B
Een optrekkende auto
C
v=ΔtΔx
D
Met dezelfde snelheid fietsen

Slide 2 - Quiz

Een optrekkende auto heeft ook snelheid, maar B gaat niet over snelheid. Belangrijk is dat studenten zich een beeld vormen van snelheid. Wanneer de spreek je over snelheid en wat kun je gebruiken.
Welke beweging zie je in de figuur?
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
een eenparig versnelde beweging
B
een beweging met een versnelling van 6 m/s^2
C
een eenparige beweging
D
een gecombineerde beweging

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bespreken van de vragen uit de voortgangsregistratie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Instructie
Uitleggen, demonstreren, controle vragen stellen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doelen
De student
  • bepaalt de snelheid m.b.v. een raaklijn: 
  • signaleert verschil tussen: verplaatsing en afgelegde weg;
  • gebruikt: h(t) = ½gt2, v(t)=gt, x(t) = ½at2 en v(t)=at;
  • bepaalt versnelling m.b.v. een raaklijn: 

v(t)=ΔtΔx
a(t)=ΔtΔv

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Instructie
Je kunt de instructie (§1-2, 1-3) op twee manieren volgen:
  • Powerpoints Theo of
  • video's van Ralph (zie differentiatie)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Snelheid bepalen
Hiernaast zie je een grafiek van een valbeweging.
Bepaal de snelheid op tijdstip
t = 1,0 s
Hoe doe je dat en waarom zo?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Snelheid bepalen
Je tekent een raaklijn op
t = 1,0 s
Een raaklijn raakt de grafiek en snijdt deze (rond het te bepalen punt) niet.
Methode is niet super nauwkeurig.
Raaklijn

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen afgelegde weg en verplaatsing
A
Ze zijn gelijk
B
Afgelegde weg is groter
C
Verplaatsing is groter
D
Afgelegde weg is groter of gelijk aan verplaatsing

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Eenparig versnelde beweging =
Beweging met constante versnelling
x(t)=1/2.a.t^2
In ons voorbeeld:
h(t) = 1/2.g.t^2
h(t)=1/2.10.t^2
h(t)=5t^2
Check tabel en grafiek!
Beweging

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hélène fiets met een versnelde beweging van 0,50 m/s^2.
Bereken de afstand (in m) die zij in 3,0 seconde aflegt v(0) = 0 m/s

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Eenparig versnelde beweging
formule: v(t) = a.t
Vraag: Bereken de snelheid na 1,0 s.
v(1,0) = 10.1,0=10 m/s

Verschil met wat wij eerst hadden???

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hélène fietst vanuit stilstand 4,0 s met een eenparig versnelde beweging. Haar snelheid is dan 20 km/h. Welke afstand legt zij af.
A
40 m
B
11 m
C
2,8 m
D
Geen idee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord vorige slide
Gegevens:
t = 4,0 s
v(4,0) = 20 km/h => v(4,0) = 20/3,6 = 5,6 m/s
gevraagd:
x = ?
formules eenparig versnelde beweging:
x = 1/2.a.t^2
v = a.t
Invullen:
x = 1/2.a.4,0^2 (je kunt niet verder)
5,6 = a.4,0 =>
a = 5,6/4,0=1,4 m/s^2
Nu x verder invullen:
x = 1/2 . 1,4 . 4,0^2 = 11 m

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Horizontaal en verticaal
Gescheiden houden!
Bewegingen in horizontale en verticale richting bereken je apart. Later met vectoren kun je ze samenvoegen (komt later).
Voorbeeld van horizontale worp is honkbal weggooien.
Na loslaten bal (indien geen wrijving):
Horizontaal: constante snelheid
Verticaal: vertraagde en versnelde beweging

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oppervlakte bij v,t-diagram is maat voor verplaatsing
Verplaatsing  na 1,0 s is: oppervlak onder grafiek; driehoek:1/2 x basis x hoogte
Verplaatsing bepalen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bepaal verplaatsing (in m)
tussen 0 en 2 seconden.
Bepaal verplaatsing tussen 0 en 2 seconden

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Bepaal de versnelling op t = 0,7 s


a=ΔtΔv
a=1,10,40,53,5=0,73,0=4,3s2m
Gebruik raaklijn in punt
versnelling

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Toepassing
Oefenen, groepsopdracht uitvoeren, debatteren

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

In een toren van 100 m trekt de lift Frans op met a = 0,3.g tot 10 m/s. Daarna gaat hij eenparig verder.
Schrijf gegevens op, want die heb je bij vervolg vragen nodig.

Bereken hoe lang (in s) het versnellen duurt.
A
3
B
150
C
1,5
D
geen idee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord vorige slide
Gegeven:
h = 100 m
Eenparig versneld van 0 tot 10 m/s met
a = 0,3.g = 0,3 . 10 = 3 m/s^2
Daarna constante snelheid
Gevraagd:
t (voor versnellen)
formules:
x = 1/2 . a. t^2 en v = a.t
Invullen:
v = a . t => 10 = 3 . t
t = 10/3 = 3,3 afgerond 3 s

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Schets v,t-grafiek voor de eerste 8 seconden.
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de afstand (in m) die tijdens het versnellen wordt afgelegd.
A
9,0
B
4,5
C
13,5
D
27

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord vorige slide
Gegeven:
h = 100 m
Eenparig versneld van 0 tot 10 m/s met
a = 0,3.g = 0,3 . 10 = 3 m/s^2
Daarna constante snelheid
Gevraagd:
x (voor versnellen)
formules:
x = 1/2 . a. t^2 en v = a.t
Invullen:
x = 1/2 . a . t2 => x = 1/2. 3 . 32
x = 13,5 afgerond 1.101 m

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Bereken hoe lang de hele tocht duurt (in s)
A
10
B
9
C
12
D
11

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord vorige slide
Gegeven:
h = 100 m
Eenparig versneld van 0 tot 10 m/s met
a = 0,3.g = 0,3 . 10 = 3 m/s^2
t = 3 s en x = 13,5 m tijdens versnellen
Daarna constante snelheid
Gevraagd:
t (totaal)
formules: v = x/t (bij constante snelheid)
Invullen:
t (totaal) = tversnellen + tv=constant
xv=constant = 100 - 13,5 = 86,5 m
v = x/t => 10 = 86,5 / t =>
t = 86,5/10 = 8,65 s

t (totaal) = 3 + 8,65 = 11,65 afgerond 12 s

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Maak opgaven
14, 15 en 19 van §1.2 +
20, 24 en 31 van §1.3

Je krijgt hiervoor een bepaalde tijd. Wat je nog af hebt, wordt huiswerk voor de volgende keer.
Geef in de voortgangsregistratie aan met een "v" als je de opgave gedaan en gesnapt hebt en een "?" als je de opgave gedaan hebt en niet gesnapt hebt.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Samenvatten, herhalen, feedback vragen, vooruit blikken

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Teken een x,t-; v,t-; en a,t-diagram van eenparig versnelde beweging naast elkaar.
Geef aan hoe je van het ene naar het andere diagram kunt komen.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Eenparig versnelde beweging x,t-diagram
Snelheid krijg je door raaklijn te teken in x,t-diagram en helling te bepalen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

versnelling krijg je door raaklijn te tekenen in v,t-diagram en helling te bepalen
snelheid krijg je door oppervlak onder a,t-grafiek te bepalen
afstand krijg je door oppervlak onder v,t-grafiek te bepalen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Maak opgaven
14, 15 en 19 van §1.2 +
20, 24 en 31 van §1.3

Je hebt hiervoor al een bepaalde tijd gehad. Wat je nog niet af hebt, maak je als huiswerk voor de volgende keer.
Geef in de voortgangsregistratie aan met een "v" als je de opgave gedaan en gesnapt hebt en een "?" als je de opgave gedaan hebt en niet gesnapt hebt.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Differentiatie
extra uitleg, uitdagen, plusopdrachten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 36 - Video

Versnelde beweging
03:32
Wat is versnelling?
A
Toename van de snelheid
B
Toename van de afstand
C
Afname van de snelheid
D
Afname van de afstand

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

07:56
Jan fietst op zijn racefiets met 10 m/s. Wesley steekt ineens over. Jan remt heel hard en in 2 seconden is zijn eindsnelheid is 2 m/s. Wat is zijn versnelling?
A
4 m/s^2
B
-4 m/s^2
C
4 m/s
D
-0,25 m/s^2

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

2

Slide 39 - Video

Eenparig versnelde beweging
01:54
Schets de x,t-grafiek die bij het getekende v,t-grafiek hoort.

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

05:31
Jan fietst met zijn racefiets 2 m/s. Hij gaat versnellen met 1 m/s^2.
Bereken zijn afstand in 10 seconden.
A
50 m
B
100 m
C
120 m
D
70 m

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

2

Slide 42 - Video

Oppervlakte en helling; verbinding x,t; v,t en a,t diagrammen
02:16
Hoe bepaal je de snelheid uit een x,t-diagram
A
oppervlak onder grafiek
B
Pythagoras van x en t
C
helling van de raaklijn
D
Cosinus van de hoek

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

05:40
Leg uit hoe je van een x,t naar v,t naar a,t-diagram gaat en omgekeerd.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions