25. Nov. 2022 / K2 Wahlprogramm

Startaufgabe

Wat houdt de woordgrap in?
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startaufgabe

Wat houdt de woordgrap in?
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Bedeutung
der Weizen = de weit, de tarwe
das Korn = het graan

Das Weizen(bier) = het witbier/tarwebier
Der Korn = de borrel, jenever

Slide 2 - Slide

Toetsanalyse ingeleverd door:


Eline     Emma 
Finn
 George
Hugo
 Jill    Julia     Julien  
  Kyan   Kai
Rain    Roan    Roos
Sam      Sophie
  Quinten

Slide 3 - Slide

Op het flexuur gekomen:
(Herhaling zwakke werkwoorden)

Slide 4 - Slide

Flexuur 30 november
Voltooid deelwoord van de zwakke en sterke werkwoorden

Graag aanmelden, anders kom ik voor niets.

Slide 5 - Slide

Am Ende dieser Stunde
- kun je het persoonlijk voornaamwoord in de Nominativ, Dativ en Akkusativ toepassen.
- mag je bij zelfstandig werken kiezen waar je aan wilt werken.
Wie?
- Videos ansehen
- Gruppenarbeit machen

Slide 6 - Slide

Aufgabe 1
Maak een zin met een voorzetsel uit het Akkusativrijtje met daarna een persoonlijk voornaamwoord en beeld het uit.
Beispiel:
Das Buch ist für dich
Ergebnis
Vorspielen
Mit wem?
zu zweit
Aufgabe 2
Maak een zin met een voorzetsel uit het Dativrijtje met daarna een persoonlijk voornaamoord en beeld het uit.
Beispiel:
Ich springe mit ihm
Ergebnis
Vorspielen
Mit wem?
zu zweit
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Ontleden
Onderwerp = hoofdpersoon / actief
Lijdende voorwerp = ondergaat wat hoofdpersoon doet/wil/maakt enz.
Meewerkende voorwerp = aan of voor wie/wat?

Slide 8 - Slide

Ontleed de volgende zin. Beargumenteer m.b.v. regels rechts
Ich zeige dir ein Video über Gesundheit.
Nominativ =
Akkusativ =
Dativ = 
Onderwerp = hoofdpersoon / actief
Lijdende voorwerp = ondergaat wat hoofdpersoon doet/wil/maakt enz.
Meewerkende voorwerp = aan of voor wie/wat?
timer
2:00

Slide 9 - Slide

An die Arbeit
Wähle aus:
1 Mache die Aufgaben zu Grammatik E (Kapitel 2)
2 Instructie en oefenen haben en sein (Präteritum) en 'werden' (Präsens)
3 slim stampen/woordjes leren

4 kijk naar de video over het EK (videolink in de planner van vandaag) en beantwoord de vragen:
Wer?
Was?
Wann?
Wo?
Wieso?
Notiert mindestens fünf neue Deutsche Wörter und die Übersetzung







Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Hausaufgaben
Gemacht
die Aufgaben zu Grammatik E zu K 2
Gelernt
Lernübersicht Kapitel 1 und 2:
Lernliste N-D
Lernliste D-N: sein, haben, werden und die Personalpronomen
Grammmatik








.



Slide 12 - Slide