Getallen en bezittelijk voornaamwoord (2) - klas 2

     Getallen Duits
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

     Getallen Duits

Slide 1 - Slide

De telwoorden

Slide 2 - Slide

Sleep de juiste getallen bij elkaar!
dreißig
tausend
neunundvierzig
fünfundvierzig
dreiundsiebzig
achtundachzig
einundfünfzig
sechzig
30
1000
49
88
45
73
51
60

Slide 3 - Drag question

Sleep de juiste getallen bij elkaar!
zwanzig
eins
sechzehn
drei
siebzehn
zwölf
fünfzehn
neun
20
1
16
12
3
17
15
9

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste getallen bij elkaar!
dreißig
vierundfünfzig
neunundvierzig
fünfundvierzig
dreiundsiebzig
achtundachzig
einundfünfzig
sechzig
30
54
49
88
45
73
51
60

Slide 5 - Drag question

Welche Zahl(getal) hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12

Slide 6 - Quiz

Wie schreibst du 13 auf Deutsch?
A
fünfzehn
B
dertien
C
vierzehn
D
dreizehn

Slide 7 - Quiz

Welche Zahl(getal) hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2

Slide 8 - Quiz

Wie schreibst du 9 auf Deutsch?
A
negen
B
neun
C
neunzehn
D
acht

Slide 9 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
21
B
16
C
20
D
18

Slide 10 - Quiz

Wie schreibst du 20 auf Deutsch?
A
zwanzig
B
einundzwanzig
C
neunzehn
D
achtzehn

Slide 11 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
20
B
16
C
21
D
28

Slide 12 - Quiz

Wie schreibst du 16 auf Deutsch?
A
sechszehn
B
einundzwanzig
C
neunzehn
D
sechzehn

Slide 13 - Quiz


Welke getallen hoor je in het Duits?  Schrijf de getallen op!

Slide 14 - Open question


Hoe schrijf je 1 in het Duits? 

Slide 15 - Open question


Hoe schrijf je 16 in het Duits? 

Slide 16 - Open question


Hoe schrijf je 11 in het Duits? 

Slide 17 - Open question


Hoe schrijf je 7 in het Duits? 

Slide 18 - Open question

wat zijn de DUITSE bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 19 - Mind map

Welke bezittelijke voornaamwoorden zijn er in het Duits?

Slide 20 - Slide

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 21 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch (o)


A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein

Slide 22 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern
A
meine
B
dien
C
ihre
D
unsere

Slide 23 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als "ein"
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 25 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 26 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist ( uw) Fahrrad (o).
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr

Slide 27 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch


A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein

Slide 28 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste antwoord.
mijn ... Vater
A
mein
B
meine

Slide 29 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist (haar) Bruder
A
ihr
B
ihres
C
ihre

Slide 30 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als "ein"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open question

Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 33 - Open question