This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is
Controleerbaar
Je kunt controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is
- Wat iemand ergens van vindt
Je kunt het eens of oneens zijn
- Reden: waarom je iets vindt
Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen: - Ik vind dit zo, omdat………. - Volgens mij ......., want……..
(want en omdat zijn signaalwoorden)