oef. 75 en 76 TC A2

oef. voegwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

oef. voegwoorden

Slide 1 - Slide

1. Veerle vraagt dat het raam open mag.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

2. Mijn buurvrouw vraagt of ik even het gras wil maaien.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

3. Gera eet veel fruit, als ze is ziek.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

4. Leen krijgt pijn in zijn buik, als hij te veel eet.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

5. Sandra zegt dat ze een auto wil kopen.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

6. Karen kan niet zwemmen, omdat ze heeft last van haar been.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

7. Inge vraagt of je haar morgen wilt bellen.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

8. Mia moet vandaag hard leren,..........ze morgen een examen heeft.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 9 - Quiz

9. Fabian zegt.........hij zijn baan heel leuk vindt.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 10 - Quiz

10. Wiebe neemt twee dagen vrij, ...........hij gaat verhuizen.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 11 - Quiz

11. Ron voetbalt graag, .........hij vrij is.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 12 - Quiz

12. Joke vraagt..........we morgen koffie komen drinken.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 13 - Quiz

13. Wij gaan morgen fietsen,...........het mooi weer is.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 14 - Quiz

14. Ik denk............ik voor het examen schrijven ben geslaagd.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 15 - Quiz

15. John wordt morgen geopereerd,..........hij al maanden rugpijn heeft.
A
omdat
B
als
C
dat
D
of

Slide 16 - Quiz