Logistiek

Welkom!
- Logistiek, cohort doornemen
- Logistiek H1, H2, H3
1 / 46
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom!
- Logistiek, cohort doornemen
- Logistiek H1, H2, H3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Logistiek
- 3 onderdelen
   - logistiek
   - Procestechnologie
   - Verpakken
- Wat moet je weten voor de toets
- Werkplekopdrachten
Examen 31 oktober 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toets informatie 
waar kan je die vinden? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Jouw bedrijfskolom
Opdracht: maak een bedrijfskolom voor één product van jouw bedrijf. Ga alle vijf de stappen bij langs, nummer de stappen.

Word


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Logistiek proces jouw product

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

1.2 Logistieke stromen
- Goederen
- Geld
- Informatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1.3 Routing
Routing is een ander woord voor de weg (route) die producten, personeel en
administratieve gegevens binnen het bedrijf afleggen.

- Goederen gaan niet heen en weer (kost tijd & geld)
- Producten en gegevens kruisen zo min mogelijk (oponthoud, kans op fouten, hygiëne van product komt in het geding)
- In het bedrijf de kortste en slimste weg (efficient) 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maar voor de producten (of één product als er meerdere routes zijn) in jouw bedrijf een filmpje van de route die het product aflegt in jouw bedrijf, vertel er ook iets bij.
Filmpje laat je volgende week tijdens de les zien. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1.4 Distributie
Distributie is de manier waarop producten verplaatst worden van de producent naar de
consument. Het woord distributie betekent letterlijk verdeling. Een ander woord voor
distributie is transport.

- Interne distributie
- Externe distributie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Maken van examenvragen
Bedenk in tweetallen 10 vragen uit het ebook logistiek
Mail deze naar w.dunnink@svo.nl
vervolg? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H2 - 2.1 voorraadbeheer
Beheer magazijn
  - aanwezig
  - besteld

Werkelijke voorraad 
  Voorraad aan producten/grondstoffen die fysiek aanwezig is in het magazijn/opslag

administratieve voorraad
  Voorraad die geregstrerd staat, kan anders zijn dan werkelijke voorraad door: fouten levering,     verwerkt/weggegooid zonder te registreren


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2.1 voorraadbeheer- De drie RRR's
Rentekosten: bijvoorbeeld omdat geld in de voorraad is gestoken of omdat 
geld is
geleend van de bank om de voorraadkosten te kunnen financieren.
Ruimtekosten: verbonden aan het opslaan van de goederen in het magazijn of in
stellingen, zoals afschrijvingen, huur- of hypotheekkosten en onderhoudskosten van voorraadruimten
Risicokosten: worden gemaakt als er risico’s worden gelopen op bederf. Ook kunnen producten minder waard worden als je ze langer opslaat,
omdat de kwaliteit minder wordt

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2.2 Bestellen
Verkoop bepaalt bestellingen

Te weinig voorraad? -> nee verkopen aan klant, minder winst dan mogelijk
Te veel voorraad? -> kost extra opslagruimte.
Kan leiden tot kwaliteitsverlies of derving (verlies).

Oorzaken van voorraadproblemen:
slechte planning, tegenvallende verkoop, storing  

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bepalen bestelling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefening
1. 
300 stuks op voorraad
745 stuks op planning
….. stuks te bestellen

2.
180 kilo op voorraad
  24 kilo derving
430 kilo planning
….. kilo bestellen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

2.3 Goederenontvangst
Bij ontvangst van goederen voer je 4 controles uit:

1. kwantitatieve
controle met vrachtbrief: je checkt de artikelnummers,  of de aantallen op vrachtbrief hetzelfde zijn als wat er besteld is en of aantallen van geleverde producten hetzelfde zijn als wat er op de vrachtbrief staat. Akkoord? ondertekenen
Eerste kwalitatieve controle van levering: Zijn verpakkingen beschadigd, gebroken of gescheurd?
Kijk hoe zending is vervoerd. Controleer de inhoud. Voor onverpakte en/of gekoelde leveringen zijn extra controles nodig: op een hygiënische manier vervoerd? Bij juiste temperatuur vervoerd?
Kwantitatieve controle adhv pakbon: meer gegevens dan vrachtbrief: aantal producten per soort. Controleer aantallen, aantekenen bij tekorten. 
Tweede kwalitiatieve controle: 1. THT/TGT 2. Etiketten: goed leesbaar, volledig? Her is wetgeving over
3. Versheid, kleur, structuur van producten: welke kwaliteit mg je verwachten van leverancier. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vrachtbon - 1e kwantitatieve controle

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Pakbon

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

2e kwalitatieve controle

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Logistiek en HACCP 
HACCP houdt onder andere in dat je (dagelijks) controleert of:
 • De temperatuur goed is
• De verpakking goed is
• De producten geen verschijnselen hebben van bederf of ziekte
• De THT-datum klopt
• De producten onbeschadigd en (indien van toepassing) volgroeid zijn
• De producten schoon en droog zijn
• De kleur en de geur van de producten goed zijn.

En… Let op dat de koelketen niet onderbroken wordt!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Emballage

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Emballage
Klanten -> bierkratjes, flessen

Leverancier -> zoals pallets, containers, kisten of vaten

Op deze goederen zit vaak statiegeld, daarom moet je er zorgvuldig mee omgaan. Doe je dat niet, dan is er sprake van derving.
In andere woorden: emballage is GELD


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

H3 Opslag
3.1 aandachtspunten
Aandachtspunten:
- Opslagmethode: FIFO
- Temperatuur (hygienecode)
- Relatieve vochtigheidsgraad
- Verpakken
- Plaatsing: soort bij soort, veilig voor medewerkers, stapelen, geur, reinigingsmiddelen, voorschriften, etiketten

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Producten in koelcel

Slide 30 - Mind map

Voorbeelden van welke producten er bij studenten op werk in de koelcel worden opgeslagen
3.2 opslag in de koelcel
• Zet geen producten op de grond van de koelcel als er andere producten boven hangen.
• Plaats producten zodanig dat de koele lucht goed kan blijven
circuleren.
• Behandel vacuümzakken voorzichtig, die zijn kwetsbaar en gaan gauw stuk.
Voorgesneden producten moet je afdekken met folie.
Hierdoor kunnen producten elkaar niet besmetten en voorkom je uitdroging.
• Plaats producten die reeds zijn bereid niet in de buurt van rauwe producten.
Hierdoor kan namelijk kruisbesmetting optreden.
• Let behalve op de temperatuur ook op de luchtvochtigheid. Dit om ervoor te zorgen dat
producten niet uitdrogen.
• Wanneer je klaar bent in de koeling, doe het licht uit. Licht kan het product laten
verkleuren en dat ziet er niet smakelijk uit.
• Controleer of je de deur van een koeling/vriezer goed gesloten hebt na gebruik. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vlees & vis
- niet samen met andere producten opslaan
- temperatuur tussen de 0 en 7 graden celcius
- pluimveevlees: max 4 graden. Besmettingsgevoelig, gescheiden van ander vlees opslaan.
- temperatuur regelmatig controleren

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Producten diepvries

Slide 33 - Mind map

Voorbeelden van werk
3.3 Opslag in diepvries
- Wat bevroren wordt aangeleverd, wordt in diepvries opgeslagen
- Bij zelf invriezen: doe dit zo snel mogelijk om versheid te garanderen

Aandachtspunten bij invriezen:
- goed verpakken, anders verbrandt het (huh?) -> vriesbrand
- invriesdatum op verpakking

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

3.4 Derving: verlies geld/goederen
Economische derving
Verschil tussen werkelijke en administratieve voorraad. kan komen door: levering/rekenfouten/verkeerd opslaan/telfout/THT/TGT.

Criminele derving
Door stelen van goederen. Moedwillige beschadiging. Frauderen.




Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Hoe voorkom je derving?
- Geef producten een vaste plaats
- Zorg voor een nette opslagruimte
- FIFO: first in first out
- Administratie: neem de voorraad regelmatig op
- Let op wat er uit de vriezer komt
- Wees alert op verdachte situaties en meld ze
- voor waardevolle producten: beveiligde opslagruimte

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Virtuele koelcel
- Ga naar de ELO
- vak: logistiek
- onderaan: virtuele koelcel

Blader hier doorheen, maar de opdrachten

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Welke 5 onderdelen zitten er in de bedrijfskolom

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Welke drie logistieke stromen zijn er (boven naar beneden/beneden naar boven)

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen interne en externe distributie?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen werkelijke voorraad en administratieve voorraad?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de drie R's als het gaat om voorraadkosten?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Watis het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent FIFO?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Hoe ontstaat vriesbrand?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Wat is criminele derving?

Slide 46 - Open question

This item has no instructions