Les 10.2 - Afronden H4 !!NOG VOORBEREIDEN!!!

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Lesplanning:
  1.  Herhaling rekenen met de stoot
  2. Afronden opgaven §4.4
  3. Bespreken opgave 51 
  4. oefentoets H4

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§4.4 Kracht en snelheidsverandering
Lesplanning:
  1.  Herhaling rekenen met de stoot
  2. Afronden opgaven §4.4
  3. Bespreken opgave 51 
  4. oefentoets H4

Slide 1 - Slide

Een stoot heeft als effect:
A
kracht
B
snelheidsverandering
C
arbeid
D
negatieve arbeid

Slide 2 - Quiz

Een kracht die over een bepaalde afstand werkt levert ...
A
stoot
B
arbeid
C
massa
D
niks

Slide 3 - Quiz

Stoot 
Stoot=Ft
Stoot in newtonseconde (Ns)
F de kracht in Newton (N)
t de tijd in seconden (s)

Slide 4 - Slide

Stoot & beweging
  • Grotere stoot zorgt voor grotere snelheid voorwerp.
  • Grotere massa, grotere stoot nodig om dezelfde snelheid te krijgen.
Ft=mv

Slide 5 - Slide

Een trein van 70 000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij het station weg. Na een minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken deze snelheid.

Slide 6 - Open question

Gegevens:

m = 70 000 kg
Fmotor = 35 kN = 35 000 N
t = 1 minuut = 60 seconden
v = ?
Oplossing:

  • F * t = m * v
  • 35 000 * 60 = 70 000 * v 
  • 2 100 000 = 70 000

  • v = 2 100 000 / 70 000
  • v = 30 m/s

Slide 7 - Slide

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
§4.3 opgave (48), 49, 50 en 51
timer
18:00
Eerder klaar: opdracht 53 of oefentoets van H4 in je boek

Slide 8 - Slide

Klassikaal bespreken opgave 51
of 
in stilte maken opgave 53 of de oefentoets (pagina 140)

Slide 9 - Slide

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

a. Bereken hoeveel kracht Corey gemiddeld heeft gezet tijdens het wegrijden.
Gegeven:     t = 10 s
                         v = 18 km/h = 5 m/s
                        m = 70 kg 
Gevraagd:   F = ?
Oplossing:
  • F * t = m * v
  • F * 10 = 70 * 5
  • F * 10 = 350
  • F = 35 N

Slide 10 - Slide

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

c. Bepaal de afstand die Corey heeft
     afgelegd.
  • v = 18 km/h = 5,0 m/s

  • s = 10 * 5 / 2 = 25 m

Slide 11 - Slide

Opgave 51
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

d. Bereken hoeveel arbeid Corey
     heeft verricht.

  • W = F * s

  • W = 35 * 25 = 875 J

Slide 12 - Slide

Gordon heeft een massa van
80 kg en Giada 60 kg. Ze duwen elkaar met gelijke kracht weg.
Wat kan je zeggen over de snelheid na de stoot?
A
Gordon heeft een grotere snelheid.
B
Giada heeft een grotere snelheid.

Slide 13 - Quiz

Oefentoets H4
  1. Individueel (20 minuten)
  2.  

Slide 14 - Slide