What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling Ath 3 flexles 4
Nederlands - 3ath
flexles 4 spelling
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands - 3ath
flexles 4 spelling
Slide 1 - Slide
Lesplanning
- Lesdoel: bepalen waar je staat!
- spelling oefenmoment: trema, apostrof, accent, cedille, telwoorden met/zonder -n, getallen schrijven.
- zelf trainen / oefenen / vooruit werken
- reminder boekopdracht 3 en nieuwe flexlessen.
Slide 2 - Slide
Quiz
Bij de volgende quizvragen kunnen meerdere antwoorden juist zijn.
Nummer mee en schrijf steeds na het beantwoorden een
:-) als je denkt dat je het goed hebt
:-( als je denkt dat je het fout hebt
:-| als je twijfelt
Slide 3 - Slide
1. Sleep het voorbeeld naar het juiste leesteken.
Kopiëren
's avonds
Logé
Curaçao
Trema
Apostrof
Accent
Cedille
Slide 4 - Drag question
2. Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer
Slide 5 - Quiz
3. Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.
Slide 6 - Quiz
4. Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
Slide 7 - Quiz
5. Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie
Slide 8 - Quiz
6. Wat is juist gespeld?
A
cafes
B
cafe's
C
cafés
D
café's
Slide 9 - Quiz
7. Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.
Slide 10 - Quiz
8. Wat is juist gespeld?
A
's Morgen's neemt niemand z'n telefoon op.
B
'S morgens neemt niemand z'n telefoon op.
C
's Morgens neemt niemand zen telefoon op.
D
's Morgens neemt niemand z'n telefoon op.
Slide 11 - Quiz
9. Telwoorden als tientallen, honderden, (tien)duizenden en miljoenen hebben altijd een -n, behalve als ze zaken aanduiden.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
10. Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).
De meeste pistachenoten gingen gemakkelijk open, maar [sommige|sommigen] konden we niet breken.
A
sommige
B
sommigen
Slide 13 - Quiz
11. Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).
Frank en Ronald de Boer waren [beide|beiden] zeer getalenteerde voetballers.
A
beide
B
beiden
Slide 14 - Quiz
12. Noteer de juiste vorm van de telwoorden en de zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (met of zonder -n).
In Groningen wonen heel wat studenten en de [meeste|meesten] hadden zich dit jaar te laat ingeschreven.
A
meeste
B
meesten
Slide 15 - Quiz
13. Kies de juiste vorm van de onderstreepte telwoorden (met of zonder -n):
De op de grond gevallen chocoladekoekjes waren [alle/allen] stuk.
A
alle
B
allen
Slide 16 - Quiz
14. Kies de juiste vorm van de onderstreepte telwoorden (met of zonder -n):
De [meeste|meesten] mensen waren op tijd in de bioscoopzaal aanwezig.
A
meeste
B
meesten
Slide 17 - Quiz
15. Als telwoorden geen personen aanduiden of niet-zelfstandig (maar bijvoeglijk) gebruikt worden, schrijf je ze [met|zonder] -n.
A
Met
B
Zonder
Slide 18 - Quiz
16. Waarom is deze grafiek
misleidend?
A
De getallen op de y-as (verticaal) zijn slecht gekozen.
B
De grafiek is gewoon niet juist.
C
De persoon is echt niet ouder geworden.
Slide 19 - Quiz
17. Als in een zin door toepassing van de regels getallen in cijfers én letters voorkomen, gebruik je beide keren
A
getallen
B
letters
Slide 20 - Quiz
18. Zijn de getallen in de volgende zin goed geschreven?
"Van de 45 deelnemers zijn er 17 gezakt en 28 geslaagd."
A
Ja, de zin klopt.
B
Nee, hier is iets fout gegaan.
Slide 21 - Quiz
19. GETALLEN
Voor dit spel heb je .......... kaarten nodig.
A
32
B
tweeëndertig
Slide 22 - Quiz
20. Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?
A
Mijn broertje heeft er inmiddels 21 opgegeten en ik 16. .
B
Mijn broertje heeft er inmiddels 21 opgegeten en ik zestien.
C
Mijn broertje heeft er inmiddels eenentwintig opgegeten en ik zestien.
D
Mijn broertje heeft er inmiddels eenentwintig opgegeten en ik 16.
Slide 23 - Quiz
21. Je gebruikt letters voor hele getallen van één tot en met vijftig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
22. Kies het juiste woord.
Voor grote ronde getallen met veel nullen gebruik je cijfers/letters.
A
cijfers
B
letters
Slide 25 - Quiz
23. Wat is Hippopotomonstrosesquippedaliofobie?
A
Angst voor onderbroeken
B
Angst voor lange woorden
C
Angst voor zeepaarden
D
Angst voor getallen
Slide 26 - Quiz
Tel!
Hoeveel had je er goed?
Hoeveel :-) klopten er?
Hoeveel :-( klopten er?
Welk onderdeel moet jij nog trainen?
Slide 27 - Slide
aan de slag met een van deze opties:
Ga naar mixopdrachten paragraaf 8, maak opdracht 1,2 of 3 (afhankelijk van je score)
Ga nog een rondje trainen bij par 2,3 of 4
Ga alvast zelfstandig door de theorie van par 5 en maak opdracht 1,2,3.
Klaar? Doe iets voor een ander vak!
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Oefentoets 3H spelling + ww-spelling
October 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Taalwondertjes
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Oefentoets 3H spelling + ww-spelling
October 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H/V3 Spelling H1 en H2 18-04-2023
May 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cursus 7 spelling VWO 3
September 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling: met of zonder -n
November 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H2 Spelling - zelfstandig gebruikte telwoorden & bijvoeglijke naamwoorden
July 2023
- Lesson with
21 slides
3Ha - herhaling woordenschat + spelling
November 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3