Unit 4, Lesson 4.2 Word Order + To be going to

1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1-3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

22 January 2024
Friday

Slide 2 - Slide

Afspraken in 2024
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert/ bent dus stil en werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromeboek alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd
  • Als je geen pen of boek niet hebt, dan blijf je voor een extra les

Slide 3 - Slide

StudyGO - Unit 4
Lesson 4.1 + 4.2

or 

Unit 3
Lesson 1/2/4






timer
7:00

Slide 4 - Slide

Lesson plan
Homework
Unit 4, Lesson 4.2
Grammar: 
  • English word order
  • To be going to
Homework

Slide 5 - Slide

Today's goals
  • You can make & put sentences into the correct word order

  • You know how to use:         
to be going to

Slide 6 - Slide

Welke zin is goed?

A: I will meet John at school.
B: I will meet at school John.
A
A is goed
B
B is goed
C
A en B zijn goed

Slide 7 - Quiz

Welke zin is goed?:

A: Tomorrow, I'm going to the cinema.
B: I'm going to the cinema tomorrow.
A
A is goed
B
B is goed
C
A en B zijn goed

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed?

A: I'm going to shop in Paris next summer.
B: I'm going to shop next summer in Paris.
A
A is goed
B
B is goed
C
A en B zijn goed

Slide 9 - Quiz

Noem een voorbeeld (in het Engels) van een tijdsbepaling.

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 10 seconden. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
0:40

Slide 10 - Slide

Noem een voorbeeld (in het Engels) van een plaatsbepaling.

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 10 seconden. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
0:40

Slide 11 - Slide

Zinsvolgorde: wat is het belangrijkste in een Engelse zin?

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 30 seconden. Ga staan en bepaal samen wat het juiste antwoord is. Zijn jullie eruit? Dan gaan jullie zitten. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Word order = woordvolgorde
Wie doet wat /wie waar wanneer
                  (PIET - plaats/tijd)
Schrijf dit op in je schrift!

Slide 13 - Slide

My sister eats lunch at school every day.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Unit 4 Lesson 2
Do:
Unit 4 - 
Lesson 2 Writing -
Exc. 19/20 , page 25 -26


timer
7:00

Slide 16 - Slide

Zinsvolgorde:
Wat is de belangrijkste regel bij het schrijven van een Engelse zin?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

will ....
will ....

Slide 19 - Slide

Will + hele werkwoord gebruik je om...
..te vertellen dat iets nog gaat gebeuren in de toekomst, als je:

  • een belofte doet (I will do my homework.)
  • een voorspelling doet waarvoor je GEEN bewijs hebt (We will live on Mars in 2035.)
  • of spontaan besluit iets te doen. (I will be there.)

Slide 20 - Slide

Recap: Future 
with
to be going to
Please, take out your notebook

Slide 21 - Slide

to be going to + 
hele werkwoord
To Be   

Slide 22 - Slide

Van plan zijn:
to be + going to +hele ww

  • wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren



am going to ask his name.
toekomende tijd:
Will + hele ww.

  •  spontaane beslissing
  •  iets aanbieden, beloftes, aankondigingen en besluiten. een voorspelling zonder bewijs.
I will help you in a minute.

Slide 23 - Slide

page 24

Slide 24 - Slide

I am going to shop in Paris tomorrow.

Slide 25 - Slide

Let's practise


Unit 4 Lesson 2 - 

Exc.18, page 24

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link



Tuesday, 23 January
Leren: Unit 4, Lesson 1 - Words 4.1 +4.2, Phrases 4.2 page 170-172


Maken:
Unit 4 Lesson 2 - 
Exc.18/19/20, page 24/25/26 

Slide 28 - Slide