This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Zenuwstelsel
Slide 1 - Slide
Doel van de les:
Je weet wat je zenuwstelsel doet
Je weet hoe impulsen door je lichaam gaan
Je weet hoe je hersenen in elkaar zitten, wat er in je hersenen verandert als je leert en hoe je geheugen werkt
Je weet welke stoffen je hersenen beïnvloeden
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Zenuwstelsel
Bestaat uit:
Zenuwen
Ruggenmerg
Hersenen
Centraal zenuwstelsel
Slide 4 - Slide
Zenuw = een bundel uitlopers van zenuwcellen
dus: Zenuw ≠ zenuwcel
Slide 5 - Slide
Zenuw
Een zenuw is opgebouwd uit zenuwcellen. Langs zenuwcellen gaan impulsen.
Een zenuwcel heeft een cellichaam met een korte en lange uitloper.
Een zenuw is een bundel van de lange uitlopers van zulke zenuwcellen
Slide 6 - Slide
Zenuwcellen
- Cellichamen van zenuwen in het centraal zenuwstelsel
- Uitlopers van zenuwcellen overal in het lichaam
Slide 7 - Slide
Ruggenmerg
Ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.
spieren zijn via zenuwen verbonden aan het ruggenmerg
Slide 8 - Slide
Ruggenmerg in de wervelkolom
Je ruggenmerg bestaat uit hersenen en je ruggenmerg. Ruggenmerg bestaat uit zenuwen.
Slide 9 - Slide
impulsen lopen van je zintuigen door de zenuwennaar het ruggenmerg
De zenuwen in je ruggenmerg geven de impulsen door naar je hersenen
De hersenen worden zich bewust, wat je waarneemt en geven een impuls terug door het ruggenmerg. Het ruggenmerg stuurt via zenuwen een impuls aan je spieren.
Slide 10 - Slide
Via welke route gaat een prikkel (bv. geluid) naar de hersenen?
Wanneer je leert worden er steeds meer verbiningen aangemaakt in je hersenen. Uiteindelijk lijkt het dan automatisch te gaan. Je moet het wel bijhouden.
Slide 13 - Slide
Geheugen
Je weet dat je na een tijdje al je geleerde stof vergeet, Alleen door herhalen blijft het in je hoofd.
Slide 14 - Slide
Stoffen die je hersenen beïnvloeden:
Alcohol
Drugs
Medicijnen
Slide 15 - Slide
4b/k we gaan naar de volgende lessonup
Slide 16 - Slide
Wat geleidt de impulsen van de zenuwen naar de hersenen en andersom?
A
De grote hersenen
B
De kleine hersenen
C
Het ruggenmerg
D
De hersenstam
Slide 17 - Quiz
Horen zenuwen bij het zenuwstelsel?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Waaruit bestaat een zenuw?
A
Uit een bundel van korte uitlopers
B
Uit een bundel van korte en lange uitlopers
C
Uit een bundel van lange uitlopers
D
Uit een bundel van zenuwcellen
Slide 19 - Quiz
Bestaat een zenuwcel uit een cellichaam en zenuwen?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Bestaat het zenuwstelsel uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Bij welk nummer worden de zenuwen aangegeven?
A
2
B
3
Slide 22 - Quiz
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 23 - Quiz
In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam
Slide 24 - Quiz
Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
Slide 25 - Quiz
Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse
Slide 26 - Quiz
Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum
Slide 27 - Quiz
Wat is een functie van de hersenstam?
A
Regelen van het hartritme
B
Spierbewegingen
C
De lichaamshouding
D
Het denken
Slide 28 - Quiz
- Moeilijk? Bekijk de filmpjes op it's learning H4
Slide 29 - Slide
Basis
H4.4 opdr. 1 t/m 20
H4.5 opdr. 1 t/m 5
inleveren: ma 17 januari
Maak je huiswerk af.
controle it's learning/lijst..
Kader
H4.4 opdr. 3 t/m 19 en
23 t/m 26
H4.5 opdr. 1 t/m 5
inleveren: ma 17 januari
Maak je huiswerk af.
controle it's learning/lijst..
Slide 30 - Slide
Planning les 2 H4.4/H4.5
- Uitleg eind H4.4 drugs/alcohol/ zenuwstelsel
- Werken aan de opdrachten
Slide 31 - Slide
Welk nummer zijn de kleine hersenen?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
Slide 32 - Quiz
De kleine hersenen
A
Zorgen er voor dat je kunt zien
B
Zorgen voor een juiste hartslag en bloeddruk
C
Zorgen voor een juiste coördinatie
D
Zorgen voor de juiste emoties
Slide 33 - Quiz
In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen
Slide 34 - Quiz
Welke functies heeft de hersenstam niet?
A
Aansturen van hartslag, ademhaling bloeddruk en temperatuur.
B
Bewegingen coördineren.
C
Impulsen geleiden van ruggenmerg naar grote en kleine hersenen.
D
Impulsen geleiden van zenuwen in het hoofd naar grote en kleine hersenen.
Slide 35 - Quiz
De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
welke kleur is de hersenstam
A
groen
B
roze
C
wit
Slide 37 - Quiz
Wat heeft dit met regeling te maken?
Slide 38 - Slide
Alcohol
Verdoofd je hersenen
Je reactie vermogen neemt af en het heeft invloed op je humeur.