Onder- Midden- en BovenbouwAlle kinderen krijgen één kaartje.
Dit kaartje is er een van een koppel wat bij elkaar hoort. Bv. koe-kalf of woord- betekenis, woordjes met dezelfde spellingmoeilijkheid, titels van dezelfde schrijver, dezelfde vormen in verschillende kleuren, ....
Deze afbeelding of woord bekijken ze goed, ze moeten dit kunnen omschrijven want ze mogen het kaartje niet laten zien.
De kinderen lopen rustig met hun hand in de lucht door de klas. Dat betekent dat ze 'vrij' zijn.
Als ze iemand tegenkomen die ook vrij is geven ze elkaar een high five, of een box, en vertellen om beurten wat er op hun kaartje te zien is of wat de betekenis van het woord is wat op hun kaartje staat.
De ander mag vragen stellen over het kaartje en raadt uiteindelijk wat er op het kaartje staat.
Is het goed geraden dan is de ander aan de beurt.
Dit herhaalt zich totdat de leerkracht "Koppel!": zegt. Dan gaan de kinderen op zoek naar hun 'match' en gaan samen zitten.
Vervolgens wordt de activiteit besproken en elkaar complimenten gemaakt.