Opdracht 7
1. Een dier is niet autotroof, kan dus niet zelf voedsel maken.
2. Fotosynthese komt alleen voor in de eerste schakel van een voedselketen.
3. De havik eet merels, slangen en veldmuizen
De slang eet veldmuizen en kikkers
De kikker eet sprinkhanen, vlinders en libellen.
De libel eet vlinders
4. Afvaleters behoren tot de consumenten, het zijn dieren die dode resten eten. Reducenten zijn bacteriën of schimmels. Afvaleters kunnen organische stoffen niet omzetten in anorganische stoffen.