Ga naar lessonup.app Voeg je toe aan de klas: hbqfi Straks start ik de les, je kan deze later altijd nog terugkijken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lessonup
Ga naar lessonup.app Voeg je toe aan de klas: hbqfi Straks start ik de les, je kan deze later altijd nog terugkijken
Slide 1 - Slide
Transport door membranen
1.5 Transport door membranen
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
1. Kort herhalen celorganellen en transport
2. Leerdoelen
2. Uitleg concentratie,diffusie,osmose
3. Samen oefenen: concentratie berekenen
4. Opdrachten maken 43 t/m 47
5. Afsluiten
Slide 3 - Slide
Benoem de genummerde cel organellen:
Slide 4 - Open question
Aan welke organellen kan je zien dat dit een plantaardige cel is? Noem het bijbehorend nummer + naam van de organel
Slide 5 - Open question
Leerdoelen 1.5 Transport door membranen
Je kunt de concentratie van een stof berekenen
Je kunt uitleggen wat diffusie is
Je kunt uitleggen wat osmose is
Slide 6 - Slide
Concentratie
De hoeveelheid opgeloste stof per hoeveelheid oplosmiddel.
mol/L (1 mol = hoeveelheid aantal deeltjes)
g/L
%
ppm
1 ppm = 0,0001%
Lage concentratie
Hoge concentratie
Verdunnen
Concentreren
Slide 7 - Slide
Infuus
Een infuus bevat naast medicijnen altijd een fysiologische zoutoplossing. Dat is een oplossing met dezelfde concentratie stoffen als je lichaamscellen
Slide 8 - Slide
Berekenen concentratie in procenten
Formule:
Gewicht van opgeloste stof / totale gewicht van de oplossing = concentratie in %
Voorbeeld: Infuus met 0,9% keukenzout oplossing
9 gram zout oplossen in 991 gram water -> 1000 gram
Concentratie: (9 / 1000) * 100% = 0,9 %
Berekenen concentratie in procenten
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Diffusie gaat altijd van een ....
A
hoge naar een lage concentratie
B
lage naar een hoge concentratie
Slide 11 - Quiz
Diffusie
Verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof
De moleculen verdelen zich gelijkmatig (homogeen) over de beschikbare ruimte -> de concentratie wordt overal gelijk
Slide 12 - Slide
Transport door membranen
Diffusie
Moleculen bewegen vrij (verspreiding door botsing)
Altijd vanhoge naar een lage concentratie
Kost geen energie
Slide 13 - Slide
Wanneer na diffusie de moleculen gelijkmatig verdeeld over de beschikbare ruimte, bewegen de moleculen niet meer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Transport door membranen
(Cel)membranen zijn semi-permeabel
Permeabel = doorlatend
Semi-permeabel = half doorlatend voor moleculen
Grote moleculen kunnen niet door een semi-permeabel membraan
Kleine moleculen, zoals water en gassen, kunnen altijd door de membraan bewegen. Deze moleculen bewegen dan altijd van hoge naar lage concentratie (diffusie).
Slide 15 - Slide
Transport door membranen
3 manieren waarop moleculen de cel in of uit kunnen gaan
1. Diffusie:
Kleine moleculen
2. Osmose
watermoleculen
3. Via transporteiwitten
grotere moleculen
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Wat is osmose?
A
Beweging van water van een hoge concentratie naar een lage concentratie
B
Beweging van water van een lage concentratie naar een hoge concentratie
C
Bewegen van een opgeloste stof van een hoge naar een lage concentratie
D
Bewegen van een opgeloste stof van een lage naar een hoge concentratie
Slide 18 - Quiz
Transport door membranen
Osmose
Verplaatsen van watermoleculen door een membraan via transportkanaaltjes (aquaporines).
Altijd van lage osmotische waarde naar hoge osmotische waarde.
Kost geen energie
Slide 19 - Slide
Transport door membranen
Osmotische waarde
Osmotische waarde is: aantalopgeloste deeltjes per volume eenheid
Hoe meer deeltjes, hoe HOGER de osmotische waarde
Sommige deeltjes vallen uiteen in water uiteen (ionen)
Voorbeeld: keukenzout NaCl --> Na+ + CL-
Glucose (C6H12O6) valt niet uiteen in water.
Slide 20 - Slide
Dit kost geen energie = passief transport
Diffusie
Opgelostestof gaat van HOGE concentratie naar LAGE concentratie
Osmose
Water gaat van LAGE concentratie naar HOGE concentratie opgeloste stof
Slide 21 - Slide
Je maakt twee oplossingen met hetzelfde aantal moleculen 1. Keukenzout NaCl 2. Glucose (C6H12O6)
Welke oplossing heeft een hogere osmotische waarde?
A
Oplossing 1
B
Oplossing 2
C
Allebei even hoog
Slide 22 - Quiz
Zelfstandig werken
Lees en maak blz. 38 t/m 46
Maak de opgaven 43 t/m 48, 49a, 49c, 50 t/m 55
Als je binnen de tijd klaar bent: opdracht 56
Klaar?
Maak opdracht 56 Kijk de opdrachten na Ga verder met basisstof 6