Samenwerken in de klas: Positieve groepsdynamiek

Samenwerken in de klas: Positieve groepsdynamiek

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de kenmerken van een positieve groepsdynamiek benoemen en weet je hoe je deze kunt bevorderen in de klas.

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waarom het belangrijk is voor de leerlingen om dit te leren.

Wat weet jij al over positieve groepsdynamiek in de klas?

Wat is groepsdynamiek?

Groepsdynamiek is de manier waarop een groep functioneert en de interacties tussen de groepsleden.

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van groepsdynamiek die zij hebben ervaren in de klas. Bespreek deze kort.

Kenmerken van een positieve groepsdynamiek

Een positieve groepsdynamiek heeft onder andere als kenmerken dat er een goede sfeer is in de groep, er respect is voor elkaar en er open wordt gecommuniceerd.

Laat de leerlingen in groepjes van twee of drie bespreken wat volgens hen de kenmerken zijn van een positieve groepsdynamiek. Laat hen hierbij ook voorbeelden geven.

De rol van de leerkracht

Als leerkracht kun je een belangrijke rol spelen in het bevorderen van een positieve groepsdynamiek. Door bijvoorbeeld het geven van complimenten, het stellen van duidelijke regels en het bespreken van problemen.

Beschrijf kort wat de rol is van de leerkracht bij het bevorderen van een positieve groepsdynamiek. Laat de leerlingen vervolgens in groepjes bedenken welke dingen een leerkracht kan doen om een positieve groepsdynamiek te bevorderen.

Samenwerken

Een goede manier om een positieve groepsdynamiek te bevorderen is door samen te werken. Hierdoor leren leerlingen elkaar beter kennen en leren ze op elkaar te vertrouwen.

Beschrijf kort waarom samenwerken bijdraagt aan een positieve groepsdynamiek. Geef vervolgens een opdracht waarbij de leerlingen in groepjes van vier moeten samenwerken. Geef hierbij duidelijke instructies.

Complimenten geven

Een andere manier om een positieve groepsdynamiek te bevorderen is door complimenten te geven. Dit kan bijvoorbeeld door aan het einde van de dag of week een complimentenrondje te houden.

Beschrijf kort waarom complimenten geven bijdraagt aan een positieve groepsdynamiek. Geef vervolgens de opdracht om in groepjes van twee of drie complimenten aan elkaar te geven. Bespreek na afloop hoe dit voelde.

Regels stellen

Het stellen van duidelijke regels kan ook bijdragen aan een positieve groepsdynamiek. Hierdoor weten de leerlingen wat er van hen verwacht wordt en wat de consequenties zijn als zij de regels niet naleven.

Beschrijf kort waarom het stellen van regels bijdraagt aan een positieve groepsdynamiek. Laat de leerlingen vervolgens in groepjes van twee of drie nadenken over welke regels zij belangrijk vinden in de klas. Bespreek na afloop welke regels er genoemd zijn en waarom deze belangrijk zijn.

Conflicten oplossen

Conflicten horen bij het samenwerken in een groep. Het is belangrijk om te leren hoe je conflicten op een goede manier kunt oplossen, bijvoorbeeld door naar elkaar te luisteren en samen een oplossing te bedenken.

Beschrijf kort waarom het oplossen van conflicten bijdraagt aan een positieve groepsdynamiek. Geef vervolgens een opdracht waarbij de leerlingen in groepjes van vier een conflict moeten oplossen. Geef hierbij duidelijke instructies.

Feedback geven

Het geven van feedback kan ook bijdragen aan een positieve groepsdynamiek. Door elkaar op een constructieve manier feedback te geven, leren leerlingen van elkaar en kunnen zij zichzelf ontwikkelen.

Beschrijf kort waarom het geven van feedback bijdraagt aan een positieve groepsdynamiek. Laat de leerlingen vervolgens in groepjes van twee of drie feedback geven op een stuk tekst of een tekening. Geef hierbij duidelijke instructies.

Reflectie

Aan het einde van de les is er tijd voor reflectie. Bespreek met de leerlingen wat zij geleerd hebben en wat zij nog willen leren over positieve groepsdynamiek.

Sluit de les af met een reflectiemoment. Bespreek kort wat de leerlingen geleerd hebben en wat zij nog willen leren over dit onderwerp.

Bronnen

Geef de bronnen aan die gebruikt zijn voor deze les.

Vermeld de bronnen die gebruikt zijn voor deze les, bijvoorbeeld websites of boeken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.