Werkwoordspelling havo 2, kern les 27

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Vita van der Veer 

Ellen van Dijk 

Wie ben ik?

Twee waarheden één leugen. Welke is niet waar? 

1.  Ik ben opgegroeid in Utrecht. 

2. Ik heb een kat met een Japanse naam. 

3. Ik heb deze zomer géén jeugdboeken gelezen.

Wie ben ik?

Twee waarheden één leugen. Welke is niet waar?

1. Ik heb gewandeld boven de Tower Bridge.
2. Ik heb een vos gezien tijdens het wandelen.
3. Ik heb een workshop potten bakken gevolgd.

Wie zijn jullie?

Bedenk zelf ook een rijtje met twee leugens en één waarheid (of dus andersom zoals ik). Schrijf dit op in je schrift! (5 minuten). 

Wissel dit uit met klasgenoten en probeer te raden waar jouw klasgenoot over liegt. (5 minuten)

Ik loop rond. 

Kennismaken 

Vandaag ga je jezelf voorstellen, door een informatief stukje te schrijven. Het publiek waar je voor schrijft dat ben ik! Ik wil je op deze manier graag beter leren kennen en ik wil weten hoe goed je schrijfvaardigheid is en hoe goed je je gedachten onder woorden kunt brengen.

Kennismaken 

Opdracht 1:

Bedenk vijf onderwerpen die iets met jou te maken hebben en waar je iets over wilt vertellen. Onderwerpen kunnen bijvoorbeeld zijn:

Mijn familie                                              Mijn huisdieren

Wat doe ik in mijn vrije tijd?             Mijn favoriete vakantieland

Wat ik echt belangrijk vind in mijn leven…

enzovoort...

Kennismaken 

Opdracht 2:

Schrijf bij elk onderwerp vijf zinnen.

Opdracht 3:

• Bedenk een titel

• Bedenk een inleidende zin

• Bedenk 5 tussenkopjes

• Sla na titel en tussenkopjes telkens een regel over

• Schrijf de stukjes

• Bedenk een mooie slotzin

Ik verheug me erop om jullie stukjes te lezen!

Wat doen we vandaag? 

• Algemene feedback schrijfopdracht
• Opdracht woordenschat
• Even inkomen - werkwoordspelling 
• Leerdoelen bespreken 
• Interactieve instructie werkwoordspelling 
• Aan de slag
  

Wat heb je nodig? 

• Boek open op bladzijde 180 (Werkwoordspelling)

Feedback schrijfopdracht

• Opdracht goed lezen en jezelf controleren
• Maak een volledige zin (hoofdletter, punt, etc.)
• Woord afbreken (verbindingsteken)
• Werkwoordspelling
• ij / ei
• Meervoud

Opdracht woordenschat

• Elke week is één samenwerkgroepje aan de beurt.
• Kies een moeilijk woord (per persoon) waarvan je de betekenis nog niet weet.
• Tijdens het instructieblok (op donderdag) presenteer je in 1 minuut.

1. Waar heb je het woord vandaan? (bijv. krant, brief van school)
2. Wat betekent het woord?

Je ziet hieronder verschillende vormen van het werkwoord 'waaien'. In welke zinnen zijn ze juist gespeld?

Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

1. Het waait vandaag hard.
2. Het waaide gisteren hard.
3. Het woei gisteren hard.

• Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang. 
• Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'
• Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd

• Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang.
  
• Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'. 
• Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd. 
• Waarschijnlijk komt er een dag waarop alleen 'waaide' als juist wordt gezien. 

• Wat voelt voor jou het meest natuurlijk: 'woei' of 'waaide'?
  
• Stel deze vraag vanavond aan jouw ouders. 

• Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang. 
• Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'
• Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd

• Jullie moeten nu nog de regels van de werkwoordspelling leren. 
• Wie weet is dat over tien jaar niet meer het geval en mag je dan werkwoorden spellen zoals jij dat wil. 
• 'Hij hout van zijn moeder' i.p.v. 'Hij houdt van zijn moeder.'

• Wat zou een voordeel kunnen zijn als er geen regels voor werkwoordspelling meer waren? 
• Wat zou een nadeel kunnen zijn? 

Leerdoelen 

• Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden.
• Ik kan in een zin een correct gespelde werkwoordsvorm invullen.
• Ik kan bijzonderheden in werkwoordspelling uitleggen. 

Wat heb je hieraan in het leven? 

Leerdoelen - wat heb je eraan? 

• Je hebt het altijd nodig bij alles wat je schrijft.
  
• Word herkent lang niet alle werkwoordspellingsfouten, dus je moet het zelf kunnen. 
• Uit onderzoek blijkt dat mensen die spelfouten maken, minder serieus worden genomen. Denk hierbij aan een sollicitatiebrief , een werkgerelateerde mail, een klachtenbrief enz.

Juliette (vinden, t.t.) Temptation Island een fantastisch programma.

Werkwoordspelling 

Om een werkwoord goed te spellen, moet je allereerst twee dingen weten: 

1. Gaat het om een sterk, zwak of onregelmatig werkwoord? 
2. Is het werkwoord een persoonsvorm in de tegenwoordige of verleden tijd of een voltooid of onvoltooid deelwoord?

Zwakke werkwoorden

- Leer jezelf aan om een stappenplan te volgen om deze werkwoorden juist te spellen. 

Hij (geloven, t.t.) die leugens toch niet? 

• Stap 1: Hij geloofd/gelooft die leugens toch niet? 
• Stap 2: is geloofd/gelooft de persoonsvorm? -> ja, want als ik de zin in de verleden tijd zet, verandert geloofd/gelooft in geloofde (Hij geloofde die leugens toch niet? )
•  Stap 3: Wie geloofd/geloofd er iets niet?->hij ->dus: stam+ t 
• Stap 4: Hij gelooft die leugens toch niet? 

Tante Yvonne (houden) heel veel van haar hondje Turbo.

Ik (missen, v.t.) de juiste afslag.

• Stap 1: Ik miste/misde de juiste afslag. 
• Stap 2: is miste/misde de persoonsvorm? -> ja, want als ik de zin in de tegenwoordige tijd zet, verandert  miste/misde in mis  (Ik mis de juiste afslag )
•  Stap 3: 't sexy fokschaapje gebruiken. Zit de laatste letter van de stam (miss) in 't sexy fokschaapje? -> Ja!  -> dus: stam + te 
• Stap 4: Ik miste de juiste afslag. 

Hij (verwachten, v.t.)
niet dat de leerlingen de toets zouden vinden.

Ik heb 8000 euro (pinnen).

• Stap 1: Ik heb 8000 euro gepind/gepint. 
• Stap 2: is gepind/gepint de persoonsvorm? -> nee, want als ik de zin van tijd verander (ik had 8000 euro gepint/gepind) dan verandert gepind/gepint niet van vorm.
• Stap 3: OF verlengproef: zeg je gepinde of gepinte? -> gepinde, dus gepind met een 'd'. OF 't sexy fokschaapje gebruiken. Zit de laatste letter van de stam (pinn) in 't sexy fokschaapje? -> Nee, dus: gebruik een 'd' 
• Stap 4: Ik heb 8000 euro gepind. 

Dat moment staat in zijn geheugen (griffen).
.

Vanuit een woonhuis (worden, tt)
de dader al een tijd (bespieden, v.d.)
.

Ik ben toen ik klein was vaak door mijn kat (krabben).

Halverwege werd nog de snelste tijd (timen) , maar hij (finishen, v.t.)
als laatste.

Hij (faken, vt) dat hij (faceliften) was.

Leerdoelen 

• Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden.
• Ik kan in een zin een correct gespelde werkwoordsvorm invullen.
• Ik kan bijzonderheden in werkwoordspelling uitleggen. 

4 vragen 

Hierna volgen 4 vragen.  Spel de werkwoordsvormen juist in de zinnen. 

Lionel Messi (stichten, vt) veel verwarring bij de verdediging van de tegenstander.

Jij (raden, tt) het antwoord nooit!

Heeft hij dat filmpje echt op YouTube (plaatsen, vd)?

Niemand weet wat er precies (gebeuren, vd) is met de vrouw die een vuurwerkbom in haar capuchon kreeg.