Boek open op bladzijde 110 (les 27, Werkwoordspelling)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Even inkomen - werkwoordspelling
Leerdoelen bespreken
Interactieve instructie werkwoordspelling
Aan de slag
Wat heb je nodig?
Boek open op bladzijde 110 (les 27, Werkwoordspelling)
Slide 1 - Slide
Je ziet hieronder verschillende vormen van het werkwoord 'waaien'. In welke zinnen zijn ze juist gespeld?
Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
Het waait vandaag hard.
B
Het waaide gisteren hard.
C
Het woei gisteren hard.
Slide 2 - Quiz
Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang.
Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'
Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd
Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang.
Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'.
Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd.
Waarschijnlijk komt er een dag waarop alleen 'waaide' als juist wordt gezien.
Wat voelt voor jou het meest natuurlijk: 'woei' of 'waaide'?
Stel deze vraag vanavond aan jouw ouders.
Slide 3 - Slide
Taal verandert, maar dat duurt wel heel lang.
Ooit was de enige juiste spelling 'Het woei gisteren hard'
Tegenwoordig worden zowel 'woei' als 'waaide' goedgekeurd
Jullie moeten nu nog de regels van de werkwoordspelling leren.
Wie weet is dat over tien jaar niet meer het geval en mag je dan werkwoorden spellen zoals jij dat wil.
'Hij hout van zijn moeder' i.p.v. 'Hij houdt van zijn moeder.'
Wat zou een voordeel kunnen zijn als er geen regels voor werkwoordspelling meer waren?
Wat zou een nadeel kunnen zijn?
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden in alle vormen.
Ik kan in een zin een correct gespelde werkwoordsvorm invullen.
Ik kan bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen.
Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de werkwoordspelling.
Wat heb je hieraan in het leven?
Slide 5 - Slide
Leerdoelen - wat heb je eraan?
Je hebt het altijd nodig bij alles wat je schrijft.
Word herkent lang niet alle werkwoordspellingsfouten, dus je moet het zelf kunnen.
Uit onderzoek blijkt dat mensen die spelfouten maken, minder serieus worden genomen. Denk hierbij aan een sollicitatiebrief , een werkgerelateerde mail, een klachtenbrief enzv.
Slide 6 - Slide
Juliette (vinden, t.t.) Temptation Island een fantastisch programma.
Slide 7 - Open question
Werkwoordspelling
Om een werkwoord goed te spellen, moet je allereerst twee dingen weten:
Gaat het om een sterk, zwak of onregelmatig werkwoord?
Is het werkwoord een persoonsvorm in de tegenwoordige of verleden tijd of een voltooid of onvoltooid deelwoord?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Zwakke werkwoorden
- Leer jezelf aan om een stappenplan te volgen om deze werkwoorden juist te spellen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hij (geloven, t.t.) die leugens toch niet?
Stap 1: Hij geloofd/gelooft die leugens toch niet?
Stap 2: is geloofd/gelooft de persoonsvorm? -> ja, want als ik de zin in de verleden tijd zet, verandert geloofd/gelooft in geloofde (Hij geloofde die leugens toch niet? )
Stap 3: Wie geloofd/geloofd er iets niet?->hij ->dus: stam+ t
Stap 4: Hij gelooft die leugens toch niet?
Slide 14 - Slide
Tante Yvonne (houden) heel veel van haar hondje Turbo.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Ik (missen, v.t.) de juiste afslag.
Stap 1: Ik miste/misde de juiste afslag.
Stap 2: is miste/misde de persoonsvorm? -> ja, want als ik de zin in de tegenwoordige tijd zet, verandert miste/misde in mis (Ik mis de juiste afslag )
Stap 3: 't sexy fokschaapje gebruiken. Zit de laatste letter van de stam (miss) in 't sexy fokschaapje? -> Ja! -> dus: stam + te
Stap 4: Ik miste de juiste afslag.
Slide 17 - Slide
Hij (verwachten, v.t.) niet dat de leerlingen de toets zouden vinden.
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Ik heb 8000 euro (pinnen).
Stap 1: Ik heb 8000 euro gepind/gepint.
Stap 2: is miste/misde de persoonsvorm? -> nee, want als ik de zin van tijd verander (ik had 8000 euro gepint/gepind) dan verandert gepind/gepint niet van vorm.
Stap 3: OF verlengproef: zeg je gepinde of gepinte? -> gepinde, dus gepind met een 'd'. OF 't sexy fokschaapjegebruiken. Zit de laatste letter van de stam (pinn) in 't sexy fokschaapje? -> Nee, dus: gebruik een 'd'
Stap 4: Ik heb 8000 euro gepind.
Slide 20 - Slide
Dat moment staat in zijn geheugen (griffen). .
Slide 21 - Open question
Vanuit een woonhuis (worden, tt) de dader al een tijd (bespieden, v.d.) .
Slide 22 - Open question
Ik ben toen ik klein was vaak door mijn kat (krabben).
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Halverwege werd nog de snelste tijd (timen) , maar hij (finishen, v.t.) als laatste.
Slide 25 - Open question
Hij (faken, vt) dat hij (faceliften) was.
Slide 26 - Open question
Leerdoelen
Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden.
Ik kan in een zin een correct gespelde werkwoordsvorm invullen.
Ik kan bijzonderheden in werkwoordspelling uitleggen.
Slide 27 - Slide
4 vragen
hierna volgen 4 vragen. Spel de werkwoordsvormen juist in de zinnen.
Slide 28 - Slide
Lionel Messi (stichten, vt) veel verwarring bij de verdediging van de tegenstander.
Slide 29 - Open question
Jij (raden, tt) het antwoord nooit!
Slide 30 - Open question
Heeft hij dat filmpje echt op YouTube (plaatsen, vd)?
Slide 31 - Open question
Niemand weet wat er precies (gebeuren, vd) is met de vrouw die een vuurwerkbom in haar capuchon kreeg.