De Wonderen van de Bloedsomloop

De Wonderen van de Bloedsomloop

Leerdoel

Aan het einde van de les zul je de opbouw van het hart begrijpen en het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop kunnen uitleggen.

Wat weet je al over de bloedsomloop?

Wat is de bloedsomloop?

De bloedsomloop is het systeem van bloedvaten en het hart dat zorgt voor het transport van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen door het lichaam.

Opbouw van het hart

Het hart bestaat uit vier kamers: de linker- en rechterboezem en de linker- en rechterkamer. De boezems ontvangen het bloed, terwijl de kamers het bloed pompen.

Grote bloedsomloop

De grote bloedsomloop begint bij de linkerkamer van het hart, waar zuurstofrijk bloed via de aorta naar het lichaam wordt gepompt. Het bloed keert via de aders terug naar de rechterboezem.

Kleine bloedsomloop

De kleine bloedsomloop begint bij de rechterkamer van het hart, waar zuurstofarm bloed naar de longen wordt gepompt om zuurstof op te nemen. Vervolgens keert het zuurstofrijke bloed terug naar de linkerboezem.

Transport van zuurstof en voedingsstoffen

Tijdens de bloedsomloop transporteert het bloed zuurstof en voedingsstoffen vanuit de longen en de darmen naar alle cellen in het lichaam.

Afvoer van afvalstoffen

Naast het transporteren van voedingsstoffen, voert de bloedsomloop ook afvalstoffen af, zoals koolstofdioxide, die door de cellen worden geproduceerd.

Samenvatting

We hebben de opbouw van het hart en de functies van de grote en kleine bloedsomloop besproken. Nu begrijpen we hoe het hart als pomp fungeert en hoe het bloed door het lichaam stroomt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.